Met Kerst wordt God een lichaam  
Home > Thema's > Cultuur > Menselijke seksualiteit > Met Kerst wordt God een lichaam
Dr. Jean-Jacques Suurmond
28/12/10

Met Kerst wordt God een lichaam

Kerst is als neerdwarrelende sneeuw: een lichtvoetig gebeuren dat het aanzien van de wereld totaal verandert. Dat begint al bij ons eigen lichaam, vond W.H. Auden, een van de grote dichters van de twintigste eeuw. Niet lang nadat hij de weg naar de kerk had teruggevonden, schreef hij een kerstoratorium: For the Time Being.

Daarin zegt Jozef die op weg was naar Maria:

Mijn schoenen glommen, mijn broek was gestoomd
en geperst
En ik was haastig op pad
Naar mijn enige ware Lief.

Maar het koor zaait twijfel:

Het is je niet ontgaan
Hoe het volgens Maria is gegaan
Misschien is het waar, oké
Maar waarschijnlijk? Nee’.

Wellicht is ze oprecht
Maar, Jozef, is het echt?
Wie kan zeggen: het is waar
Stel, bijvoorbeeld…nou ja….

Auden had een hekel aan het dogma van de maagdelijke geboorte van Jezus. Hij zag er een minachting in van de seksualiteit. Zelf was hij onzeker over zijn lichaam met al die verwarrende hartstochten: “De penis van een man is nooit helemaal zijn bezit”. Het feit dat hij homo was in een tijd dat homoseksuele relaties als een misdrijf golden, hielp daarbij niet.

Een ander bezwaar is dat het dogma een verklaring pretendeert te geven van het mysterie van het Kerstfeest en zo mensen belet de noodzakelijke sprong van het geloof te maken.

Auden laat de jaloerse Jozef die alleen in zijn donkere huis zit, God vragen om

Eén overtuigend, simpel bewijs
Dat wat mijn Lief deed
Werkelijk uw wil was
En dat uw wil Liefde heet.

Maar de engel Gabriël antwoordt dat hij ’moet geloven’.

Koning Herodes is in dit stuk een ’hoofd’-mens, het prototype van de intellectueel die in een wereld van gedachten leeft en met een zuinig mondje alles verwerpt wat daarin niet past. Als hem het bericht bereikt dat in Betlehem God is geboren, protesteert hij:

De rede zal vervangen worden door openbaring. Kennis zal ontaarden in een orgie van subjectieve visioenen: zoals gevoelens in de zonnevlecht veroorzaakt door ondervoeding, engelachtige beelden opgeroepen door koortsen of drugs, droomwaarschuwingen geïnspireerd door het geluid van vallend water’.

Maar stel dat het waar is dat God is geboren? Dan zou hij met zijn rationele tegenwerpingen lelijk te kijk staan.

Erger nog, als God een kwetsbaar mens is geworden, zou dit betekenen dat hij Herodes de macht geeft om hem te doden. Bij voorbaat verdedigt de koning zich:

Hoe komt Hij erbij om mij daarover te laten beslissen? Ik heb geprobeerd goed te leven. Ik poets mijn tanden elke avond. Ik heb al een maand lang geen seks gehad. Ik protesteer. Ik ben een liberaal. Ik wil dat iedereen gelukkig is. Ik wou dat ik nooit geboren was.

Volgens Auden zit het kerstgebeuren vol twijfel, jaloezie, hoogmoed, zelfrechtvaardiging en geweld. God smokkelt zichzelf als een baby deze duistere wereld binnen, als een ontregelende lach. ’Hij moet wel meer geloof in ons hebben, dan wij in Hem’.

Kerst kan ons tot zelfkennis brengen. Want hoe wordt het gebeuren in Betlehem vlees en bloed in ons eigen leven, als de versieringen weer uit de boom zijn gehaald en de kinderen naar school gaan?

Weer hebben we, als in voorgaande jaren, het ware Visioen gezien en gefaald
Om meer te doen dan ermee te spelen als een aangename
Mogelijkheid, weer hebben we Hem weggezonden
Smekend om zijn ongehoorzame dienaar te mogen blijven
Als een kind dat belooft maar zich niet lang aan zijn Woord kan houden.

Het oratorium besluit met de oproep om Christus te volgen, de weg, de waarheid en het leven:

Hij is het Leven
Heb Hem lief in de Wereld van het Vlees
En op je bruiloft zullen al je lichamelijke behoeften dansen van vreugde.

Met Kerst wordt God een lichaam. Lichamelijkheid krijgt daarmee iets goddelijks. Voor W.H. Auden was dit de kern van het christelijk geloof. In de liturgie, schreef hij, ’presenteren we onze lichamen aan God’. Deze dichter die geen gemakkelijke relatie met zijn lijf had – ’ik zie

eruit als een onopgemaakt bed’, zei hij tegen zijn goede vriendin, de filosofe Hannah Arendt – ervoer zijn bestaan daarom toch dankbaar als ’een zegen’.

Jean-Jacques Suurmond

Dr. Jean-Jacques Suurmond is psychotherapeut, predikant en columnist van Trouw. In dit dagblad (www.trouw.nl) schreef hij op dinsdag 21 december 2010 bovenstaande tekst in zijn wekelijkse column. Zie ook www.jean-jacquessuurmond.nl .

Reacties

"Met kerst wordt God een lichaam". Nou, moe, wat een onzin. En wat wordt God dan op Prinsjesdag? En maar onzin uitkramen over die God. Ach religie, het zit in de genen van ons apenbestaan.
Karel Kiliaen - Gent



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Menselijke seksualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol