23/2/12
Weigerpastoor schuift r.-k. kerk richting afgrond
Ik had het al eens eerder over een bijeenkomst in het hiernamaals waarbij Satan de opdracht kreeg om de katholieke kerk in Nederland zo snel mogelijk om zeep te helpen. Het gebeurde ergens rond 1962, net voor de eerste Beatle lp en het Tweede Vaticaans Concilie. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, dus het waarom van deze opdracht zal ons waarschijnlijk nooit duidelijk worden, althans niet aan deze kant van het graf, maar dat er nog steeds nijver aan wordt gewerkt is onlangs weer gebleken.
Aan het illustere rijtje van Gijsen, Simonis, Eyk en Ratzinger kunnen we nu pastoor Van der Sluis uit Liempde toevoegen, want ook hij blijkt op zijn eigen bescheiden wijze, het feilloze vermogen te hebben, om wat er nog rest van de kerk met toewijding de afgrond in te schuiven.
Op de foto poseert de pastoor met de krachtige onverzettelijkheid van een man die weet dat hij op verpletterende wijze gelijk heeft. Het plaatje ademt niet zozeer dat hij daar staat en niet anders kan. De indruk is veeleer die van een man die daar staat en niet anders wil. Het lijkt mij ondoenlijk om in gesprek te gaan met deze pastoor over euthanasie en waarom dat wel of niet zou mogen. Niet omdat hij niet deugt en ik wel, maar omdat mijn opinie over euthanasie evenzeer een kwestie van smaak is als de zijne.
We hebben allebei argumenten om die smaak te verdedigen, maar het blijft een kwestie van smaak. Iets heel anders is het schouwspel dat hij biedt voor katholieken of ex-katholieken van mijn generatie (1947). Wij kijken lichtelijk verwonderd naar een geestelijk herder die een aantal gebaren maakt en uitspraken doet, die een halve eeuw eerder door iedereen als waarlijk, juist en passend ervaren zouden zijn. Hij poseert zonder wrange bijgedachten naast een beeld van, als ik het goed zie, de Heilige Jozef met Kind.
Ik dacht even aan Antonius van Padua, maar die heeft een kaal hoofd en een monnikspij, hoewel ook altijd een kind op zijn armen. Of heb ik het nu over Gerardus Majella? Ik vond die Antonius trouwens altijd een onbetrouwbaar zoetelijk type bij wie een kind niks te zoeken had. Ik had meer met Jozef, met wie ik een beetje medelijden had.
Kunnen we bij de zaak blijven alstublieft?
Sorry. Ik wilde zeggen dat ik op één punt mijn twijfels heb over het initiatief van Van der Sluis. Ik kan mij niet herinneren dat kandidaten voor een begrafenis in de jaren vijftig door de priester werden doorgelicht alvorens ze geschikt werden bevonden om een katholieke uitvaart te ondergaan. Dat zou ook ondoen-lijk zijn geweest, want wat te doen met iemand, die plotseling was omgekomen door een verkeersongeluk en voor wie een uitvaartmis werd afgesproken? Hoe wist je zeker dat hij of zij niet kort daarvoor een doodzonde had begaan? Die natuurlijk niet was uitgewist door de biecht.
Eigenlijk weet ik van maar één uitzondering: iemand die zelfmoord had gepleegd mocht niet in gewijde grond begraven worden. Ik vroeg me altijd af waar ze zo’n lichaam dan lieten. Hoewel, het katholicisme was vindingrijk, misschien hadden ze op elk kerkhof een stukje uitdrukkelijk ongewijde grond? Maar over zelfmoordenaars weet ik weer niet of er voor zo iemand wel een mis kon worden opgedragen na hun overlijden. Misschien was het pastoorafhankelijk.
Zelfmoord was voor mij als katholiek jongetje onverbrekelijk verbonden met de afschuwelijke daad van Judas. Ik begreep heel goed dat er voor hem niets anders op zat dan zich te verhangen toen hij de enormiteit van zijn vergrijp inzag. Het leek mij voorts nogal logisch dat hij niet naast brave zielen begraven kon worden, want zijn lijk moet welhaast doordrenkt geweest zijn van slechtigheid.
Zou pastoor Van der Sluis zich kerkelijk gestut voelen, bedenk ik ineens, omdat hij euthanasie gelijkstelt aan zelfmoord? Vasthoudend aan de gedachte dat hij in 1956 toeft is dat misschien de onvermijdelijke conclusie. In 1956 had je helemaal geen euthanasie, althans niet in de hedendaagse luidruchtige vorm. Tegenwoordig weet iedereen het na afloop, als een sterven een geval van euthanasie was. In 1956 gebeurde het ook wel dat stervenden door hun arts werden geholpen, maar dat gebeurde zonder administratieve rompslomp of openbare bekentenis. Dat werd niet als zelfmoord of moord gezien. Trouwens, de patiënt deed toen niks.
Maar in 2011 hebben we euthanasie en daarbij doet de patiënt wel wat: hij vraagt erom gedood te worden of een drankje ter zelfdoding overhandigd te krijgen. Vanuit 1956 bekeken is een dergelijke verwikkeling zo klaar als een klontje: moord dan wel zelfmoord. Maar zou Van der Sluis, of zou de kerk, werkelijk zo ver gaan dat zij een wanhopig stervende kankerpatiënt gelijkstellen aan de gehate Judas, die zich in heel andere wanhoop ophangt?
Maar waar bemoei ik me eigenlijk mee? Nou, het blijft me altijd weer opnieuw verrassen, die onmiskenbare vaardigheid waarmee de katholieke kerk zichzelf telkens weer een stapje verder buitenspel weet te zetten.
Bert Keizer
Bert Keizer is verpleeghuisarts en columnist van Trouw. Hij schreef deze bijdrage voor Trouw op 10 september 2011.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.