Eén moreel, wetenschappelijk oordeel bestaat niet  
Home > Thema's > Kerk zijn > Tussen begin en einde > Biotechnologie > Eén moreel, wetenschappelijk oordeel bestaat niet
Drs. Jan Greven
22/11/09

                                      Eén moreel, wetenschappelijk oordeel bestaat niet

 

Vorig jaar moest dr. Roozrokh, een transplantatiechirurg in Californië, zich voor de rechter verantwoorden nadat hij gepoogd had de dood van een stervende patiënt te verhaasten om diens organen te gebruiken voor transplantatie. Verwerpelijk, zullen de meesten vinden. Of is dat oordeel te vlug? Het nadeel voor de patiënt, die toch zou sterven, was minimaal. Het voordeel voor de getransplanteerde patiënt levensgroot. Zijn dat argumenten om van oordeel te veranderen? Nee, de meesten van ons zullen bij hun oordeel blijven. Waarom doen we dat? Staan we überhaupt open voor argumentatie die tot andere morele conclusies leidt dan we eerder hebben ingenomen? Of zijn onze morele oordelen gebaseerd op gevoelens en emoties die zich aan iedere discussie onttrekken?

 Alex Voorhoeve, filosoof aan de London School of Economics, ondervroeg hierover elf in ethiek en moraal gespecialiseerde filosofen. Allen uit de Engelstalige wereld. Hij koos juist deze elf omdat hij vond dat ze over die vragen en over ’objectieve’ morele oordelen iets te  zeggen hadden. Maar wat is ’objectief’? Stel, we onderzoeken de zaak Roozrokh zo onbevooroordeeld mogelijk en formuleren op grond daarvan een moreel oordeel dat we baseren op objectieve, onpersoonlijke criteria. Is dat dan hét morele oordeel waarmee alle wetenschappelijk integere onderzoekers het eens móéten zijn? Ook al vinden sommigen onze uitkomst moreel verwerpelijk? Natuurlijk niet. Eén wetenschappelijk, moreel oordeel met uitsluiting van alle andere bestaat niet. Als een oordeel niet aansluit bij ons eigen idee over wat moreel door de beugel kan, laten we ons niet overtuigen. Ook niet door ’objectieve’ argumentatie. Daar zit iets vreemds in. Morele oordelen zijn heel belangrijk. Vaak zijn ze doorslaggevend voor ons gedrag. We kunnen iets heel graag willen en er toch van afzien omdat we het moreel verwerpelijk vinden. En toch slagen we er niet in de reden voor onze moraliteit zo te verwoorden, dat we iedereen mee krijgen.

Stel dat mijn dochter de transplantatiepatiënt van dr. Roozrokh was. Dat ik de morfinepomp van de stervende patiënt stiekem een tandje hoger had kunnen zetten en het  leven van mijn dochter daarmee had kunnen redden. Stel dat ik daarvan om morele redenen zou afzien. Waarom kan ik de reden voor zo’n fundamentele beslissing niet zo verwoorden dat iedereen daar wel mee móét instemmen? We beschouwen onszelf als rationele wezens. Bij ratio hoort objectiviteit. Waarom hebben we dan niet allemaal  dezelfde objectieve moraal?

Nietzsche: Grote problemen vragen om grote liefde
Als inleiding voor zijn eerste interview citeert Voorhoeve de filosoof Nietzsche, die ooit schreef dat alle grote problemen vragen om grote liefde. Waarom, vraagt Nietzsche, heb ik nooit iemand ontmoet, zelfs niet in boeken, die de moraliteit benaderde als een persoonlijk  probleem met alle persoonlijke kwelling, pijn, lust en hartstocht, die daarbij horen? Nietzsche was het type niet om snel tevreden te zijn. Maar iets van tevredenheid zou hij toch gevoeld hebben bij de elf interviews van Voorhoeve. Zijn filosofen zijn hartstochtelijke  aanhangers van hun eigen morele systeem. Ze knokken ervoor, verdedigen met vuur en liefde. Ze verschillen totaal. In de basis en daardoor ook in de uitkomst. Voor de een begint moraliteit met liefde. Voor een ander is het een product van de evolutie. Sommigen  zoeken de basis in zichzelf. Anderen buiten ons, in de status van de mens. De één gelooft hartstochtelijk in de vrije wil, een ander moet er niets van hebben.

Iedere filosoof argumenteert overtuigend voor zijn eigen morele systeem. Bijna steeds, althans zo verging het mij, ga je in de redenering mee. Dat kan natuurlijk niet. Daarvoor  verschillen ze veel te veel van elkaar. Verwarrend en een goede les om niet zo stijf en steil te zijn over de eigen moraal. De ankerplaats voor moraal wordt objectief gepresenteerd,  maar blijkt keer op keer subjectief gekozen. Hoe objectief de gronden ook lijken die voor deze subjectieve keuze gegeven worden. Gaandeweg laat Voorhoeve zien hoe moeilijk morele rekening en verantwoording zijn. Het water waarin we voor onze fundamentele beslissingen voor anker gaan, blijkt te diep om de bodem te zien. Dat geldt niet alleen voor de moraal. Bij geloof en liefde is het niet anders. Soms lijkt het of we een glimp van bodem en anker zien. Maar dat zijn slechts momenten. Toch hangt het lot van ons schip af van de hechtheid van de ankerplaats. Raadselachtig.

Jan Greven

Drs. Jan Greven is theoloog en oud-hoofdredacteur van Trouw. Bovenstaande tekst is overgenomen uit Trouw van 3 november 2009. 

Bespreking van: Alex Voorhoeve, Conservations on ethics. Gesprekken met Ken Binmore, Philippe Foot, Harry Frankfurt, Allan Gibbard, Daniel Kahneman, Frances Kamm, Alasdair MacIntyre, T.M. Scanlon, Peter Singer, David Velleman en Bernard Williams. Oxford University Press, £ 18,99


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Biotechnologie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol