28/7/09
Over ons maar zonder ons
Nadat ik de commentaren rond de PVV successen in de zuidelijke provincies had gelezen (door Huub Oosterhuis, dr. Marcel Poorthuis en drs. Toke Elshof) heb ik mij als eenvoudige leek en als geboren en getogen Noord Limburger afgevraagd wat ik hiermee aan moest. Sommige waarnemingen kan ik goed plaatsen terwijl anderen voor mij vanuit een andere wereld komen.
Geboren in 1927 ben ik vanaf mijn jeugd tot aan het einde van mijn werkzame leven, werkzaam geweest in het sociaal maatschappelijk leven op het platteland van Noord Limburg. Mede dank zij de zinvolle en leerzame ervaringen, ook als leken vrijwilliger in Dekenale en Parochiële functies, kan ik een duidelijk beeld schetsen van de immens grote veranderingen die zich in de Rooms Katholieke kerk van het Bisdom Roermond hebben voltrokken.
Met de beschrijving van de katholiciteit in Limburg voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog door drs. Toke Elshof ben ik het volkomen eens.
Naast een ethiek die de voortgang en de opbouw van de gemeenschap centraal stelt, is de hang naar beleving, ook de beleving van de gemeenschappelijkheid, een belangrijke pijler. Beide pijlers zijn geworteld in het verzuilde katholicisme van voor de Tweede Wereld oorlog. Gezamenlijk zorgden ze ervoor dat het individu geneigd was om zich in het collectief te voegen. Het afwijkende schikte zich naar het algemeen geldende. Katholiek zijn had met een collectieve identiteit van doen die niet ter discussie stond.
Voor een beter overzicht van de jongste geschiedenis van Rooms Katholiek Limburg zet ik een aantal wezenlijke kernpunten op een rijtje.
In 1954 publiceerden de Nederlandse bisschoppen het bekende mandement. Dit document bevatte tal van verboden die nauwelijks serieus werden genomen. Mgr. Antonius Hanssen, bisschop van Roermond in 1958, was een van de schrijvers van dit document.
In 1959 volgde Mgr. Petrus Moors de veel te vroeg gestorven Mgr. Hanssen op als bisschop van Roermond. Onder zijn pontificaat ging het gezag van de R.K. Kerk al achteruit, ondanks het Vaticaanse concilie. In 1960 kwam de anticonceptiepil beschikbaar die vooral van de jongere katholieken veel aandacht kreeg. Deze vorm van anticonceptie gaf aanleiding tot serieuze gewetensvragen. Deze vragen werden besproken met de geestelijke adviseurs van de Katholieke jeugdvereniging de vanouds bekende Rooms Katholieke Jonge Boeren en Tuinders.
Onze jonge boerinnen, aangesloten bij de B.J.B. die gezien en ervaren hadden hoe hun eigen moeders zich moesten uitsloven, ondanks de vele zwagerschappen, in het huishouden, op het land zowel als in de veestallen, om een minimaal gezinsinkomen te verwerven, werden daardoor aan het denken gezet. Zij wilden zelf graag kinderen grootbrengen maar absoluut niet onder die loodzware omstandigheden zoals hun moeders dat indertijd hadden gemoeten onder de strenge sexuele moraal van de r.-k. kerk. De bemoeienis van de pastoor met het kindertal werd door hen ervaren als vernederend een een grove schending van hun privacy. Toen dan ook Mgr. Wilhelmus Bekkers voor de K.R.O. televisie in 1963 verklaarde dat de echtparen zelf moesten (mochten) beslissen of anticonceptie moreel verantwoord was werd de sexuele vrijheid door hen geaccepteerd.
De r.-k. leiders waren zeer terughoudend met deze nieuwe zienswijze op de sexualiteit binnen het r.-k. huwelijk. Toen op 25 juli 1969 de paus Humane Vitae publiceerde was de teleurstelling en het onbegrip immens groot. Met deze encycliek verdween bij vele jonggehuwden definitief het vertrouwen en het ontzag voor de kerk van Rome. Deze breuk met Rome is stilzwijgend voor lief genomen.
Wij Limburgers zijn niet zo spraakzaam als het gaat over seksualiteit en daarom is deze seksuele bevrijding voor velen onzichtbaar en ook onbespreekbaar geweest.
Met de benoeming van Mgr. Jo Gijssen in 1972 laaide een vernietigende polarisatie op die tot op de dag vandaag nog voelbaar is in vele families en gezinnen. Talloze kerkbesturen, zangkoren, religieuze verenigingen, vrijwilligers in dienst van de parochies en dekenaten vielen uit elkaar, soms met de bitterste verwijten. In Limburg is het aanknopen van een gesprek over de kerk of het geloof nog steeds een voorzichtig aftasten aan welke kant de partner staat in deze gevoelige kwestie.
Dr. Marcel Poorthuis refereert aan de N.S.B. die in de jaren voor 1940 veel aanhang kreeg in het katholieke zuiden. Zelf ben ik er niet zo gelukkig mee om vergelijkingen te maken die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog maar voel me nu gedwongen om mezelf ook hieraan te bezondigen.
Wat ir. Mussert, Van Geelkerken, en de Duitse bezettingsmacht in de oorlogsjaren niet lukte, kreeg de rooms-katholieke kerk in de persoon van mgr. Gijssen wel klaar: katholiek Limburg viel uiteen.
Het heersende regressieve en vaak onbarmhartige beleid van deze bisschop spleet de Limburgse bevolking in al haar geledingen, hele families, parochies, verenigingen, enz. vielen door de oplopende, vernietigende polarisatie uit elkaar. De gebondenheid die ons door de oorlog heen had geholpen, was vakkundig om zeep geholpen.
Nog nooit is deze geschiedenis op schrift gesteld, het is de donkerste bladzijde uit de geschiedenis van het rooms-katholieke Limburg. Het is alsof over deze periode een embargo is afgesproken. De rooms-katholieke Limburger, die zich zelden weerbaar had moeten opstellen en tot dusver goedmoedig alle kerkelijke verordeningen had aanvaard, was niet meer aanspreekbaar.
In 1993 werd mgr. Jo Gijssen opgevold door mgr. Frans Wiertz, geboren in 1942 in Kerkrade. Met zijn sterk relativerende Zuidlimburgse volksaard bracht hij rust in het verscheurde bisdom Roermond. In zijn pontificaat brokkelde het uiterlijke vertoon van de katholiciteit – minder kerkbezoek, minder huwelijkssluitingen, doopplechtigheden en begrafenissen – verder af. De affaire rond de deken van Gulpen is voor mgr. Wiertz en vele Limburgers een genante gebeurtenis geweest.
Voor een juiste beoordeling van wat de bovenstaande katholieke geschiedenis heeft betekend voor de doorsnee katholieke Limburgers is het goed om vast te stellen dat de Zuidlimburgers qua levensfilosofie heel anders zijn ingesteld dan de Noordlimburgers. De zuiderlingen hebben een meer Bourgondische levensstijl terwijl de Noordlimburgers er duidelijk een meer Calvinistische visie op na houden. Ook dient rekening gehouden te worden met het gegeven dat de Limburgers meesters zijn in het nee zeggen als ze ja bedoelen en omgekeerd.
De sociale controle in het gemeenschapsleven is nog altijd aanwezig maar niet in het stemhokje!
In haar verdere betoog verdeelt drs. Toke Elshof de katholieken in kerkelijke en onkerkelijke katholieken. Of in deze indelingen de scheidingslijn dezelfde is als tussen de behoudende en de progressieve katholieken, lijkt aannemelijk, althans daar ga ik van uit.
De verschillen tussen de kerkelijke en de onkerkelijke katholieken die door drs. Toke Elshof zijn omschreven, zijn sluiten absoluut niet aan bij de werkelijkheid zoals de katholiciteit nu wordt beleefd in het bisdom Roermond.
De onkerkelijke spreken niet van “Wij zijn katholiek” maar veel eerder van “Ik ben katholiek” want zij hebben als katholiek individu een persoonlijke afweging gemaakt, zijn uit de rijen van de conventionele katholieke praktijk gestapt. Zij bedoelen niet als eerste deel te zijn van een westelijke cultuur waarvan de christelijk/katholieke godsdienst het fundament vormt maar kunnen (konden) hun katholieke identiteit niet ten volle beleven in de conventionele katholieke praktijk. Hun verlangen gaat niet naar een gemeenschap die veilig en overzichtelijk is, zij voelen zich niet bedreigd door andere culturen en/of religies, zij staan juist open voor een pluriforme religieuze geloofsgemeenschap. Mgr. Tiny Muskens sprak van Allah voor zowel katholieken als moslims.
Het conventionele katholicisme, gerevalideerd door het Tweede Vaticaanse Concilie wordt nu door Rome langzaam maar zeker in zijn oude toestand teruggebracht.
Een frappante omdraaiing van feiten ligt besloten in de volgende zin van Toke Elshof:
De kerkelijke katholieken hebben een soort innerlijke weerbaarheid ontwikkeld die hen in staat stelt om de gangbare wordende afwijzing van vreemdelingen te relativeren. Dit kerkelijk katholicisme vindt zijn wortels niet in een beleving van gemeenschappelijkheid; het is veeleer de keuze van het individu om gelovig en kerkelijke betrokkenheid in het leven te staan.
De waarheidsvinding staat onder druk.
Jacq. van Osch
Jacq. van Osch is katholiek en Limburger.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.