7/5/09
Moed terugkrijgen om ook anderen zichzelf te laten zijn
Geen begrip zo bont, zo verschillend geïnterpreteerd en zo van alle kanten bedreigd verondersteld als de scheiding van kerk en staat. Door een minister van onderwijs die begrip toont voor Intelligent Design, door omroepbijdragen aan kerken, door hoofddoekjes, keppeltjes en hugenotenkruisjes in openbare functies. Wat kun je met zo’n wasmand vol bedreigingen? Weinig, stelde de Tilburgse jurist en CDA-politica Sophie van Bijsterveld op een congres over de neutrale staat van de Groningse Rechtenfaculteit en pleitte voor een beperking tot de oorspronkelijke betekenis: geen formele zeggenschap van de kerk in publieke besluitvorming en respect door de staat voor de vrijheid van richting, inrichting en stichting van de kerk.
Haar pleidooi hielp niet. Daarvoor waren de zorgen te groot. Zo is de Leidse hoogleraar Paul Cliteur niet alleen bezorgd over de neutraliteit van de staat maar ook dat zijn zorg door zo weinigen gedeeld wordt. Hij wijt het aan de nostalgische stemming in ons land. Mensen kijken te veel naar het verleden. Zelf kijkt hij liever vooruit. Fors vooruit. Vijftig jaar vooruit. Hij ziet voortgaande teruggang van het christendom. Maar houdt tegelijk rekening met teruggang van de secularisatie en opkomst van nieuwe, geïmporteerde religies. Met als gevolg diepgaande multiculturaliteit of multireligiositeit ten koste van nationale cohesie.
Kunnen we ons met zo’n toekomst voor ogen nog wel multiculturaliteit veroorloven? Moeten we niet als de wiedeweerga investeren in nationale maatschappelijke verbanden? In wat ons bindt als staatsburgers. In plaats van in wat ons scheidt als gelovigen.
Voor Cliteur is de vraag stellen, haar beantwoorden. Voor het antwoord kijkt hij naar de Franse laïcité. Naar de wijze waarop de Fransen gestalte hebben gegeven aan de neutraliteit van de areligieuze staat. Als hulp en inspiratie, niet om het over te nemen.
Die neutraliteit van de staat is in Frankrijk trouwens geen leeg begrip. De Republiek koestert de revolutionaire waarden vrijheid, gelijkheid en broederschap. De Franse burger is voor alles citoyen. Onlangs gaven zo juist Frans staatsburger geworden immigranten aan niks met dat ’citoyenschap’ te hebben. Een schok ging door het land. Verdienden ze wel de Franse nationaliteit?
Ooit werkte ik twee jaar in een klassieke dictatuur – het Zaïre van Mobutu. Toen het vliegtuig waarin we terugkeerden Nederlandse grond raakte, schoten de tranen me in de ogen. Ik was weer thuis. Wat voelde ik? Het was weer veilig mezelf te zijn. De Fransman is citoyen van de Republiek. De Nederlander voelt zich vooral thuis. Maar wel als protestant, katholiek, liberaal, socialist, of als Zwollenaar, of Fries.
Bij dat thuisgevoel hoort dat je anderen datzelfde gevoel gunt. Vandaar onze tolerantie als essentieel punt van onze identiteit. Natuurlijk moeten we geen duimbreed wijken als nieuwe en hier tot nu toe vreemde religies vragen bij die tolerantie zetten. Maar mijn zorg betreft toch meer dat dat specifiek Nederlandse ’jezelf zijn’ is gesubjectiveerd en geïndividualiseerd en is los geraakt van haar vroegere fundering in kerk, politieke partij of plaatselijk verband. Met als toegift een toenemende botheid in taalgebruik en omgangsvormen, die vroeger ook al wel bij onze volksaard hoorde, maar toen nog getemperd werd door externe autoriteit.
Cliteur ziet diezelfde uitholling. Maar hij ziet het gevaar meer komen van buitenaf, van nieuwe godsdienstigheid, dan van binnenuit. Vandaar zijn pleidooi voor opvulling van de neutraliteit via seculiere waarden. Op bovengenoemd congres is hem dat niet in dank afgenomen. De Utrechtse jurist De Blois vermoedde een dubbele agenda. In werkelijkheid zou Cliteur gedreven worden door een aan de Verlichting ontleende afkeer van religie. Cliteur reageerde als door een adder gebeten en eiste, en kreeg, zelfs een Nawoord op een Nawoord om zich tegen die beschuldiging te verweren en en passant de vloer met De Blois aan te vegen. Heerlijk om te lezen.
Maar ik maak me wel zorgen. Nederlanderschap is voor mij: jezelf zijn en op basis van zelfbewustzijn en royaliteit datzelfde gunnen aan anderen. Ook al vind je het drie keer niks wat ze denken en hoe ze leven. Bij die opvatting hoort op nationaal niveau een leeg begrip van burgerschap. Helaas is dat ’jezelf zijn’ steeds meer verworden tot een claim. Een eindpunt in plaats van een uitgangspunt. We dreigen een onaangenaam, ongastvrij, angstig land te worden. Hoe krijgen we de moed weer terug anderen zichzelf te laten zijn? Goed om daar op 5 mei eens over na te denken.
Jan Greven
F. T. Oldenhuis (eindred.): Een neutrale staat: kreet of credo? UItgeverij Protestantse pers, Heerenveen. € 9,95, ISBN 9789085250272.
Bovenstaande column van auteur is overgenomen uit Trouw van 5 mei 2009.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.