13/4/11
Als niets meer fout is behalve Wilders…
Plus est en vous (Meer is in u). Zo luidde de lijfspreuk van de Heren van Gruuthuse. Ze staat gebeiteld op de balken in de grote zaal van hun oude residentie, nu museum, te Brugge. Ze zit ook gebeiteld in mijn hoofd, want ik ben een Bruggeling (Bruggenaar zeggen Nederlanders wel eens abusievelijk). Dat er meer in de mens steekt en dat je het er kunt uithalen, is de kern van alle pedagogie. Ook de moraal ging daar vroeger van uit: je kunt beter. Vandaag wil de samenleving normen die op het leven liggen. Normen die overeenkomen met onze handelwijze, ons gedrag, onze manier van leven. Geen normen die onze handelwijze, ons gedrag en onze manier van leven oproepen tot een hogere standaard. Behalve op het vlak van de tolerantie, daar wil men ons wel naar een hogere standaard leiden. Terecht natuurlijk, maar dat werkt niet als men ons op alle andere domeinen van gedrag en omgang laat verstaan: je doet maar waar je zin in hebt en wat jou leuk uitkomt. De monopolisering van het kwaad is gevaarlijk, want het zet precies mensen aan om voor dat kwaad te kiezen. De heisa in Nederland rond de partij van Wilders kun je ook vanuit dat perspectief zien: veel mensen vinden hem (helaas) wel oké, omdat zij in alles hun zin mogen doen behalve daarin.
Vroeger was de moraal bedoeld om ons leven op te tillen naar de normen. Vandaag willen we de normen naar het leven brengen. Was de moraal vroeger misschien te idealistisch, vandaag lijkt ze te praktisch. Het wat-goed-is-voor-de-mensen is naar het niveau van koopwaar gezakt. Daardoor komen we op moreel vlak terecht in een spiraal die naar beneden voert, die eindigt op het gelijkvloers van ons bestaan: ieder leeft zoals hij wil. En: alles mag wat kan.
Een op de goedkeuring van het eigen gedrag gerichte moraal, heeft iets totalitairs, hoezeer ze de schijn heeft van democratisch te zijn. Het totalitaire, zeg maar dictatoriale, trekje van de alles-moet-kunnen-moraal is dat leven en normen naadloos op elkaar móeten aansluiten. De ‘oude’ moraal ging ervan uit dat leven en normen niet vanzelf sporen, eigenlijk zelfs nooit koers houden met elkaar. Die moraal was in al haar strengheid mild: ze begreep dat de mens zwak is. Ze ging daar zelfs van uit. De ‘nieuwe’ moraal weigert die zwakheid te erkennen en is dus streng – veroordelend – voor wie een hogere norm hanteert.
De ‘nieuwe’ moraal vertrekt in wezen van de filosofische ketterij waarvan elk totalitair denken in het verleden al uitging: dat een perfecte mens mogelijk is. Helaas, de perfectie van de supermens is niet te realiseren. Dat weten we uit de geschiedenis van de vorige eeuw. Dat leerde ons de gruwel van het nazisme en het communisme.
Kunnen we de perfecte mens niet maken, dan veinzen we hem maar. Zo luidt het uitgangspunt van de moraal van “alles is toegelaten”. Basis van de keuze voor de supermens-van-beneden is de onwil om te aanvaarden dat kwaad en zonde deel uitmaken van ons bestaan. De ontkenning van dat wezenskenmerk van de mens wreekt zich. Wie aan de ene kant de moraal uitbant, haalt ze aan de andere kant weer binnen. Zo geschiedde.
Was vroeger alles zondig, vandaag is alles ongezond. De verheffende normen klonterden samen rond de thematiek van het milieu. Op het groene perk bevinden zich volgens de nieuwe moraal ook alle zondaars. Andere zonden dan groene zijn er niet, maar elke milieuovertreding moet streng gestraft. De mensen aanvaarden ten langen leste die beschuldiging niet.
De monopolisering van het kwaad op één thema is zelfs gevaarlijk. En dat doet me denken aan wat ik nu in Nederland zie gebeuren met Wilders. Als mensen voor alle levensdomeinen horen dat ze mogen doen wat ze willen, maar alleen op één punt alleen maar wat fout is, dan weigeren ze die boodschap. Ze willen ook hier de alles-moet-kunnen-moraal.
Doen voorkomen alsof xenofobie het enige kwaad is dat nog bestaat, jaagt precies mensen in de armen van hen die zeggen dat er wel twee soorten landgenoten zijn. De xenofobie zal pas verdwijnen, als mensen wordt gezegd dat voor alle domeinen van het bestaan, voor alle aspecten van gedrag en omgang er normen zijn die hoger liggen dan de praktijk van ons leven.
Mark Van de Voorde
Mark Van de Voorde is publicist en raadgever van de Belgische premier Yves Leterme en van de Belgische vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere. Hij schrijft op persoonlijke titel. Bovenstaande tekst verscheen als column op Rorate op 26 februari 2011.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.