24/9/07
Hebben we het over dezelfde God?
Als voorbereiding op de Volzinlezing door Manuela Kalsky op 3 november, werd zij in Volzin van 21 september geïnterviewd. Men kan het met de strekking van haar betoog eens zijn, maar, met alle respect voor Kalsky, zich er toch over verbazen dat zij zegt: “mensen vragen zich serieus af of ‘onze’ God ook wel de God is van ‘de’ moslims en ik dacht dat we het, vanuit de abrahamitische oecumene, er wel over eens waren dat we het over dezelfde God hebben”. Dat mag sympathiek en verzoenend klinken, maar is het ook zo?
Heel anders klinkt in ieder geval een prachtige passage uit de memoires van de russische schrijver Maxim Gorki. Hij werd bij zijn grootouders opgevoed en was klaarblijkelijk al op jeugdige leeftijd een scherp waarnemer. “Ik begreep al vroeg”, schreef hij “dat de God van mijn grootvader en de God van grootmoeder niet dezelfde waren. Haar God was de hele dag bij haar, hij was tegen alles op aarde even goedhartig, maar als grootvader van Gods onoverwinnelijke kracht sprak, benadrukte hij altijd op de eerste plaats de wreedheid ervan. Grootvaders God wekte bij mij gevoelens van angst en vijandigheid op. Het beste en het lichtste wat mij omringde was grootmoeders God die alles wat leefde zo’n warm hart toedroeg”.
Dat zal velen in onze maatschappij niet vreemd voorkomen. Het is nog niet zo lang geleden, dat vele vrouwen geleden hebben onder een paternalistische Vader God en onder andere om die reden fel bezwaar hebben gemaakt tegen de term Heer in de nieuwe bijbelvertaling. Anderen tekenen bezwaar aan tegen een God die de zonden der vaderen wreekt op de kinderen tot in het derde en vierde geslacht en geven de voorkeur aan een God die in Jezus getuigt van zijn liefde voor de mensen. Ook wordt in sommige gemeenten het gemeenschappelijk gebeden Onze Vader voorafgegaan door de aanroeping, Onze Moeder. In alle kerken kunnen mensen lijden onder het feit dat een bepaald, historisch en interpretatief bepaald godsbeeld, dwingend aan de gelovigen wordt opgelegd. De God van Benedictus XVI mag een liefdevolle God zijn, maar het is er ook een die de macht van deze reactionaire paus sanctioneert, priesters het celibaat oplegt, gescheiden mensen die opnieuw huwen van de tafelgemeenschap verstoot en het kritisch denken aan banden legt.
Ik herinner me, om eens wat anders dan katholieke ellende te noemen, een secretaris van de Nederlandse Zendingsraad die na een conferentie in Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid woedend was uitgevaren tegen de praeses van de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika die de hoog oplopende emoties over de apartheid had proberen te bezweren met de uitroep dat iedereen toch tot dezelfde God bad. Hij zag dat als een poging om essentiële verschillen in belijden en leven van hun scherpte te ontdoen. Hoe scherp die ervaren werden, mag ook blijken uit een uitspraak van een zwarte die stelde dat er in Afrika twee goden waren, een van de blanken en een van de zwarten. Wat betekent dat anders dan: uw god is de mijne niet? En daar zit heel wat levenservaring achter. We kunnen het dan wel “in abstracto en in laatste instantie” over dezelfde God hebben maar in ons leven, in ons denken, spreken en handelen hanteren we bepaalde godsbeelden en die maken wel degelijk verschil.
Eigenlijk leek het me dat dit langzamerhand wel vanzelfsprekend was. Als wij over God spreken kunnen we dat alleen maar in beelden doen. Meestal zijn die beelden ons uit de traditie aangereikt en sommigen komen daar maar moeilijk van los terwijl anderen ze in de loop van hun leven op basis van allerlei invloeden hebben bijgesteld of zelfs geheel verworpen. Maar ook degenen die niet in God geloven, hebben een beeld nodig om te verwerpen. Wat achter die beelden schuilgaat of verondersteld wordt aanwezig te zijn, onttrekt zich geheel aan onze menselijke vermogens. Bovendien, hoe praat je over die voor iedereen dezelfde God zonder je toevlucht te nemen tot beelden.
Wie zich beroept op de Bijbel, of breder, op de ‘abrahamitische oecumene’, komt dat probleem ook tegen. Dat is, wat de bijbel betreft, buitengewoon aardig geschetst door de ex-jezuiet en godsdienstwetenschapper Miles in God, een Biografie, waarin hij de veranderingen in het karakter van God aan de hand van de teksten uit de doeken doet. Men hoeft hem niet in alles te volgen, om zich toch aangesproken te voelen door de onweerlegbare veranderingen in de bijbelse godsbeelden. En nu kan men wel zeggen dat achter die uiteenlopende en soms regelrecht tegenstrijdige beelden dezelfde God schuilgaat, maar dat suggereert al te gemakkelijk een eenheid die in de verste verte niet te bekennen is. Zo’n uitspraak heeft namelijk weinig te maken met de godsbeelden in de praktijk van het dagelijks leven, met de culturele tradities waaruit die stammen, met de vrijheden die gelovigen zich op grond daarvan veroorloven of de druk waaronder ze leven en de belemmeringen waaronder zij lijden.
Als men van mening is dat God in het debat over de kwestie “hoe kunnen wij samen in een multicultureel en multireligieus land het goede leven vormgeven?” een rol moet spelen, kan men er, denk ik, niet onder uit, de pijnlijke verschillen in godsbeelden aan de orde te stellen. Een beroep op de stelling dat het toch om dezelfde God gaat, doet niet alleen geen recht aan het onvermijdelijke spreken in beelden. maar werkt ook een uiterst belangrijke dimensie van de sociale en culturele verschillen onder de tafel.
Bert Laeyendecker
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.