Wie zich voordoet als engel, wordt een beest  
Home > Thema's > Kerk zijn > Cultuur > Menselijke seksualiteit > Wie zich voordoet als engel, wordt een beest
Drs. Lisette Thooft
20/9/10

Wie zich voordoet als engel, wordt een beest

Wat is er mis met de r.-k. seksuele moraal?

“Slachtoffers van seksueel geweld door priesters of religieuzen ervaren een dubbele beschadiging”, zegt predikant Jeannette Deenik-Moolhuizen. “Bij het trauma door het seksueel geweld komt namelijk nog een geloofstrauma. Die celibataire mannen hadden heilige mannen moeten zijn, voorbeelden. Als zij zich zo misdragen, wat dan te denken van het geloof?” Geen wonder dat zo veel mensen de kerk de rug toekeren, wil ze maar zeggen. Niet het celibaat zelf is de oorzaak van het misbruik, dat weet zij als projectleider bij de VPSG (een stichting voor advies en ondersteuning bij vragen rond seksueel geweld, geloof en zingeving) maar al te goed: daar komen immers ook meldingen binnen van seksuele vergrijpen door getrouwde predikanten. Maar die ‘staat van verhevenheid’ van de celibataire geestelijke veroorzaakt volgens Deenik wel extra complicaties. “Bij het celibaat krijg je een rangorde in het denken over seksualiteit: je onthouden is beter, verhevener, dan seks beleven. Dat maakt het nog lastiger om helder en open te communiceren over seks. Celibatairen zelf komen daardoor ook in de knoop – ze vinden geen luisterend oor voor hun problemen.”

En open communiceren over seks is noodzakelijk. Overal waar niet helder over dit onderwerp wordt gepraat, constateert Deenik, zie je dat er een verwrongen, onvolwassen seksualiteit ontstaat die makkelijk ontspoort, ook bij sommige dominees uit de ‘zware’ hoek die bijvoorbeeld kinderporno blijken te consumeren. Er is een Frans gezegde: Qui veut faire l’ange, fait la bête – wie zich voordoet als engel, wordt een beest.

We hebben allemaal veel meer kennis van zaken over seksualiteit nodig dan er op dit moment voorhanden is, vindt Deenik. “De kerken”, zegt ze, “geven hierin geen echte leiding aan mensen. Maar hoe kan het anders - als leiders van een kerk het spel zelf niet spelen, hoe kunnen ze zich dan inleven in anderen die wel seksualiteit beleven? Ze leggen een verheven ideaal op waaraan de meeste mensen zich helemaal niet kunnen houden, en dan zeggen ze als het ware: zoek het verder zelf maar uit. Het is te ingewikkeld, ze willen hun vingers er niet aan branden. Maar bij zo’n hoog ideaal maak je de mensen eraan ondergeschikt. Dat geldt voor alle hoge idealen, niet alleen de kerkelijke moraal, maar ook bijvoorbeeld het ideaal van de vrije seks zonder jaloezie uit de jaren zeventig, of het ideaal dat seks altijd een topervaring moet zijn, een idee dat je nu tegenkomt in sommige media. Je komt niet bij de beleving van de mensen zelf uit; mensen worden opgeofferd aan het ideaal”.

Heilige seks

“We hebben de seksuele kant van de mens veronachtzaamd en besmet, terwijl die een heilig onderdeel is van het menselijke bestaan, en dan bedoel ik niet alleen de voortplanting. We hebben verzuimd mensen te beschermen tegen AIDS, door condooms af te raden, en we hebben homoseksuelen veroordeeld om hun seksuele voorkeur, terwijl we daar zelf een blinde vlek hebben”. Stel je voor dat de r.-k. kerkleiding zo zou spreken… Het is een passage uit een gefingeerde ‘Paasboodschap’ van de paus die voor Pasen de ronde deed op internet en waarin hij in diepe deemoed de hand in eigen boezem stak, schuld beleed en zijn aftreden aankondigde. “De macht en het geloof in onze waarheid, het enige echte ware geloof, de enige echte kerk, heeft ons blind en arrogant gemaakt, zonder dat wij het wisten”. Het nepbericht raakte bij velen een gevoelige snaar. Maar het is de vraag of we veel verder komen als we seksualiteit alleen maar het etiket ‘heilig’ opplakken.

“Heel die berichtgeving over de seksuele schandalen van de laatste tijd is een geweldige kans voor de kerk om een realiteit onder ogen te zien”, zegt Frans Vosman, hoogleraar christelijke ethiek en spiritualiteit aan de Universiteit van Tilburg. “Die realiteit is dat seks een wilde kracht is, die zich niet vanzelf laat kanaliseren. Het is wel degelijk mogelijk je daartoe te verhouden en er een vorm voor te vinden, maar dat lukt alleen als je dat wilde, die woeste kracht van de seksualiteit onder ogen durft te zien. Veel seculiere seksuele vorming in de huidige maatschappij doet dat overigens ook niet. De aandacht draait alleen maar om vragen als: wat wil je? Wat vind je lekker? Wat is veilig? Dat maakt seksualiteit zo plat als een stukje vlees dat de slager met een groot mes plat slaat. Seks is veel ingewikkelder dan dat. Het hangt samen met intimiteit, vitaliteit, vervulling van onze diepste verlangens, maar ook met afwijzing, angst en doodsverlangen. Het hele palet van menselijke betekenis, daar zit seks middenin. De misbruikkwestie zou een kans kunnen zijn voor de kerk om dieper en oorspronkelijker te denken”.

Hoog en laag

“Er is een wonderlijk soort familierelatie tussen religie en seksualiteit”, zegt Ruard Ganzevoort, hoogleraar praktische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Beide gaan over dezelfde soort energie en overschrijden de grenzen van ons mens-zijn. Je raakt aan iets transcendents, iets heiligs. Het is niet zo raar dat het orgasme ook wel de ‘kleine dood’ wordt genoemd – het kan een transcenderende ervaring zijn van overgave of extase, iets quasi religieus. Er zijn veel momenten aan te wijzen waarop religie en seksualiteit in elkaar overgaan. Freud noemde alle religie gesublimeerde seksuele energie. Dat gaat mij te ver; het reduceert religie. Aan de andere kant is ook niet alle seksualiteit religieus, dat zou mij ook te ver gaan. Maar seks en religie lijken wel op elkaar en daar ligt een van de kernen van het probleem”.

Vruchtbaarheidsgodsdiensten gingen overal ter wereld aan de monotheïstische religies vooraf. Collectieve seksuele riten waren daarvan onderdeel – een folkloristisch gebruik als het dansen om de meiboom herinnert nog aan die oude heidense gebruiken. Tempelprostitutie is een ander voorbeeld van de verstrengeling van seks en religie die in de oudheid regel was. Het christendom verzette zich met hand en tand tegen de heidense riten en zette fors in op seksuele zelfbeheersing. Wij zijn geen dieren, overgeleverd aan blinde natuurlijke instincten, was de boodschap, maar schepsels met een opdracht: beheers en onderwerp de wilde natuur. Dat was natuurlijk geen totale onzin, en het heeft zeker groot nut gehad in de ontwikkeling  van de Europese beschaving, maar de kerk is toch blijven steken in een eenzijdige afwijzing.

“Te beginnen bij Augustinus”, zegt Ganzevoort, “is er door de tijden heen een sterk repressieve visie gegroeid. Alles wat aards was, dus ook het lichaam en seks – en vrouwen werden daarmee geassocieerd – werd als ‘laag’ gezien. De hemel, de  geest, de man en het celibaat waren ‘hoog’. Voor seks bleef alleen ruimte over in het kader van de voortplanting. Vanuit de hedendaagse visie is dat een armzalige kijk op seksualiteit. Wij zien seksualiteit nu niet alleen als voortplantingsmechanisme en zelfs niet alleen als een vorm van ontspanning en plezier, maar als een wezenlijke laag van onze identiteit, met een authentieke betekenis”.

Regelethiek

Wat hier wringt, is dat de rooms-katholieke kerk niet primair geïnteresseerd is in de unieke identiteit van het individu. Ze is niet meegegaan in de ontwikkelingen van na de Middeleeuwen waarbij zich in mensen steeds sterker een gevoel van  individualiteit manifesteerde. “Het gaat in de kerk meer om regels dan om een individuele zoektocht naar expressie”, beaamt Ganzevoort. “Dat is de autoritaire regelethiek, die op grond van ‘absolute waarheden’ komt tot concrete regels. Het leidt tot de opvatting dat alleen seks die op voortplanting gericht is, natuurlijk is. Alle andere vormen van seks zijn tegennatuurlijk. Als je deze redenering logisch doortrekt, is het minder zondig om je dochter te misbruiken dan om te masturberen. Niet dat veel katholieken die logica zullen volgen, maar het is wel een feit dat vanuit die regelethiek wordt gereageerd op zowel de kwestie van het misbruik als op homoseksualiteit. Terwijl de moderne ethiek uitgaat van het schadebeginsel: seks met kinderen is verkeerd want het brengt het slachtoffer schade toe. Homoseksualiteit tussen volwassenen doet dat niet”. Sterker nog: volgens het schadeprincipe gaat de kerk zelf in de fout wanneer zij homo’s discrimineert, want dat veroorzaakt emotionele schade. Regelethiek en schade-ethiek zijn botsende waardesystemen. Ganzevoort: “Die botsing heeft te maken met een andere manier van moreel denken en daarom is er wederzijds ook zoveel onbegrip”.

De kerk stelt onaantastbare morele principes boven de beleving van het individu,  daar komt het op neer. “Dat is een strategische keuze”, zegt Ganzevoort, “waarbij men op het grondvlak zelfs best wel wat vrijheden kan toestaan. Men is een leeuw op de preekstoel maar een lam in de biechtstoel. De boodschap van de hoge moraal houd je luid en duidelijk vast, maar als mensen daarop vastlopen, kun je zacht en welwillend zijn. Condooms blijft men verbieden; als mensen ze toch gebruiken doet men niet al te moeilijk; maar op het moment dat je er een punt van wilt maken en de strijd openlijk aangaan, gaat het mis”. Maar loopt de kerk dan niet gewoon achter?  “De kerk denkt in eeuwigheid en niet in moderniteit”, zegt Ganzevoort. “Of ze wel of  niet bij de tijd is, speelt geen belangrijke rol. Ze is er vooral om de traditie te bewaken en door te geven”.

Duivel

Om voeling te houden met het nu zou het in de eerste plaats nodig zijn het zwijgen te doorbreken. Niet alleen het systematische zwijgen over misbruik door priesters, dat door commentatoren wel is vergeleken met de omertá, de zwijgplicht van de maffia,  maar al het zwijgen over seksualiteit. Vosman: “Dat is een tweede denkopdracht voor de kerk. Zij moet niet alleen opnieuw nadenken over de oerkracht van de seksualiteit, maar ook over de scheidslijnen tussen openbaar en privé. De kerk rekent seksualiteit  tot de private sfeer, maar in onze maatschappij is het veel meer openbaar geworden.  Daar ligt een bron van spanning en misverstanden. De vraag is bijvoorbeeld ook wat men op dit moment doet voor priesterkandidaten. Krijgen die jonge mensen wel  steun in hun houding tegenover hun eigen seksualiteit, of moeten ze allemaal op hun eentje heroïsch wezen? Met moraalonderricht en spiritualiteit ben je er niet. Kun je in een veilige sfeer over seks praten, op een subtiele, passende manier? Het  interessante is: daar is een uitvoerige kerkelijke traditie over. Vanaf de woestijnmonniken werd er onproblematisch gesproken over wat zich in het lichaam voordoet. Dat is pas in de moderniteit verloren gegaan”. Een belangrijke reden daarvoor, erkent hij, is dat seks vroeger gelijkgesteld werd aan de duivel. Als dat heerschap met de bokkenpoten en de zwavellucht om zich heen je besprong of belaagde, dan kreeg je last van begeerte. “Misschien was die figuur van de duivel zo gek nog niet”, zegt Vosman. “Daarin zie je die wilde kracht van seksualiteit, die mensen niet zomaar op commando kunnen bedwingen. Je kunt er een bepaalde bedding voor vinden, maar niet doen of het niet bestaat, of die opwellingen er niet zijn. Je moet het beestje bij de naam noemen”.

Lisette Thooft

Drs. Lisette Thooft, freelance journaliste, auteur en redacteur van opinieblad VolZin, schreef bovenstaande tekst in VolZin van 16 april 2010.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Menselijke seksualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol