11/3/10
Seksualiteit, een katholiek taboe
Seksueel misbruik van zwakken door sterkeren is iets van alle tijden en culturen. Voorbeelden te over: soldaten die in Kongo vrouwen verkrachten, dominante gevangenen in de VS die zwakkere medegevangen misbruiken en hulpverleners die cliënten lastig vallen.
Waarom is het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk zo lang verborgen gebleven?
Seksuele grensoverschrijdingen, waarbij de lichamelijke integriteit geschonden wordt, behoren tot de ernstigste trauma’s die een mens kunnen overkomen. Om daarmee naar buiten te komen, ja om er zelfs maar aan te denken, valt zwaar. Bovendien schamen slachtoffers zich nogal eens, verwijten ze zichzelf dat ze assertiever hadden moeten zijn of denken ze soms dat zij zelf schuld dragen.
Ook de kerkelijke autoriteiten neigden ertoe om te zwijgen en het misbruik toe te dekken. Als er al iets bekend werd, bleef het vaak bij een berisping, overplaatsing of anderszins wegsturen van daders. Schaamte over wat iemand van de eigen ‘club’ had gedaan en vrees voor imago verlies van de kerk, in combinatie met een ‘vermetel vertrouwen’ in beloftes van daders om het nooit meer te doen, resulteerden vroeger maar al te vaak in de welbekende doofpot.
Een derde factor betreft de tijd waarin dit alles zich afspeelde: de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Veel wat nu vanzelfsprekend is, was dat toen helemaal niet. Seksualiteit was taboe, een beladen onderwerp waar je niet over sprak. Kinderen werden weinig gehoord en serieus genomen. Een bekend gezegde uit die tijd luidde: “Kinderen mag je zien, maar niet horen”. Ook had men weinig benul van hoe om te gaan met persoonlijke problemen. De opvatting heerste dat je aan psychische problemen maar beter niet al te veel aandacht kon schenken, anders werd het alleen maar erger. Mede daarom bagatelliseerde men de misbruikervaring nogal eens. Dergelijke foutieve maar goedbedoelde adviezen stimuleerden natuurlijk de verdringing, in plaats van de verwerking van de trauma’s.
Waarom komt het juist nu naar buiten?
Het gros van de misbruikten is inmiddels rond de 60 jaar oud. Verdrongen zaken uit de eigen biografie neigen op die leeftijd weer omhoog te komen. Maar veel belangrijker dan dat is de huidige media-aandacht en publiciteit, plus dat anderen met hun verhaal naar buiten komen. Logisch dat dit bij velen van alles oprakelt. Dat de kerk nu serieus werk maakt van het bieden van zowel hulp als recht, werkt extra stimulerend om met de eigen ervaringen naar voren te treden.
Komt misbruik binnen de katholieke kerk vaker voor dan elders?
Misbruik komt overal voor waar volwassenen macht hebben over kinderen. In de katholieke kerk lijkt het vooralsnog niet meer voor te komen dan elders. De celibataire levensstaat was zeker vroeger voor homo’s die in de knoop zaten met hun geaardheid wellicht een aantrekkelijke keuze. Dat veel meldingen misbruik van jongens door mannen betreft, zal dan ook een combinatie zijn van deze relatieve oververtegenwoordiging van homo’s, in combinatie met het feit dat er op een jongensinternaat nu eenmaal geen jonge meisjes ‘voor handen’ zijn
Mijn eigen onderzoek naar de celibaatbeleving van priesters liet zien dat niet de celibataire levensstaat, maar het vermogen tot emotionele intimiteit cruciaal is. Sociaal wezen als we zijn, kunnen we best zonder seksuele uitwisseling met anderen, maar niet zonder iemand die ons kent zoals we zijn en bij wie we ons – figuurlijk! – bloot kunnen geven. Zonder een dergelijk vermogen tot emotionele intimiteit kan de daaruit resulterende eenzaamheid er soms toe leiden dat sociaal-emotionele behoeftes geseksualiseerd worden. En dit kan dan weer in bepaalde gevallen de vorm van misbruik aannemen.
Wat staat de kerk te doen?
Op de eerste plaats behoeven alle misbruikten ruim aandacht, begrip en erkenning voor hun ervaringen en emoties rond het misbruik – liefst van mensen die hoog in de kerkelijke hiërarchie staan. De ervaring leert dat echte erkenning en echte empathie helend werken – meer nog dan excuses of financiële compensatie.
Dan is er de kwestie van openheid en voorlichting. Het werkt preventief als organisaties alle gevallen concreet publiek maakt. Daarnaast dienen alle betrokkenen te weten hoe zeer zelfs relatief kleine grensoverschrijdingen mensen schaden. Dat daar geen twijfel over moge bestaan.
Ik raad de Nederlandse bisschoppen vooral aan om in de opleiding van priesters en religieuzen ruim aandacht te besteden aan hun persoonlijke ontwikkeling. De oude seminaries hadden vaak vooral een spiritualiteit van boven, die te weinig rekening hield met waarin mensen menselijk – en soms al te menselijk - zijn. Priesters moet geleerd worden hoe het is midden in het leven te staan. Contact met vrouwen hoort daarbij en kan heel verrijkend zijn. Om zich tijdens de opleiding te ontwikkelen tot sociaal, psychisch en seksueel evenwichtige mensen dienen studenten tijdens hun stages (individuele en groeps-)supervisie te krijgen. Van belang is dat ze daarbij niet het gevoel hebben dat ze worden afgerekend op gedragingen, gedachten of gevoelens die niet in het ideale plaatje passen van de priester/religieus. Zelfkennis kan niet groeien in een al te strenge en repressieve sfeer. Die maakt dat mensen dingen – voor anderen én voor zichzelf – verborgen gaan houden: een ideale voedingsbodem voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen.
Anke Bisschops
Dr. Anke Bisschops is als pastoraal psycholoog en supervisor verbonden aan de Universiteit van Tilburg en heeft daarnaast een eigen praktijk voor supervisie, coaching en training. Bovenstaande tekst heeft in verkorte versie ook op de Podium pagina van Trouw gestaan.
Reacties
In mijn visie is de hoofdoorzaak van deze seksuele mistoestanden binnen het Instituut R.-K. Kerk: Het VERPLICHTE celibaat. Waarom? Het celibaat is een onnatuurlijk menselijke opgave, die men zeker niet dwingend kan opleggen. Men kan er wel vrijwillig voor kiezen en ik kan mij niet voorstellen dat een gehuwde priester 'minder' zijn pastorale en missionaire taken kan uitoefenen dan een celibataire priester, integendeel een gehuwde priester is meer 'ervaringsdeskundige'. Tot slot wil ik nog opmerken: Als het Instituut R.-K. Kerk zo star blijft volhouden aan hun kerkelijke wetten, regels, overdreven cerimonies, tradities, betaalde misintenties voor de zielenrust van overledenen, de H. Eucharistie (vervangen door het avondmaal), het celibaat etc., zal het Instituut R.-K. Kerk langzaam doodbloeden. Laten wij christenen ons christen-zijn meer laten zien en horen buiten de kerkgebouwen in het 'Open-Veld' en frontsoldaten zijn voor Gods Vredesrijk wat weldra komende is. Mede frontsoldaat.
Hub. Eussen - Simpelveld
Ook in de bijdrage van mevrouw Bisschops blijft 'de dader' weer buiten schot. In het Kruispunt-TV intervieuw met de voorzitter van de Bischoppenconferentie was zij/hij ook kennelijk doelbewust buiten beeld door exclusief te focussen op slachtoffers. Waar blijft de oproep, dienstorder aan alle potentiele daders (zij zijn gehoorzaamheid verplicht aan hun meerdere, ook dat hebben zij beloofd, gezworen etc.) om zich onverwijld te melden opdat zij voorlopig geschorst kunnen worden uit al hum kloosterlijke, priesterlijke, ambtelijke functies. Je zal maar blijmoedig ter kerke gaan en daar je verkrachter achter zijn altaar aantreffen! Excuses van kerkelijke verantwoordelijken van nu die in feite part nog deel hebben aan het gedrag van hun ondergeschikten die lang voor hun aantreden in de fout gingen is mooi maar voor slachtoffers waarschijnlijk weer een afleidingsmanoevre om 'daders' te ontzien.
Genoeg leegstaande kloosters om de daders voorlopig te huisvesten voor therapie, boete en bekering.
Noud Smelt - Laren NH
Naast alle zaken die ook moeten gebeuren, lijkt het me nodig dat nu meteen voor de beste therapeuten wordt gezorgd, die slachtoffers de meest passende behandeling kunnen geven. Bovendien zullen zij, die - volgens de verhalen - niet met hun tengels af konden blijven van minderjarigen en onwilligen, doorgesluisd moeten worden naar politie en justitie, die hen zorgvuldig kunnen be(ver)oordelen. Ik verwonder me dan ook over de door de bisschoppen ingestelde commissie, zelfs als ze - anders oecumenisch zo bokkig - de protestant Deetman als voorzitter aanstellen. Is dat toch voor de 'schone schijn'.., wil men toch een vinger in de pap houden? Moet het onderzoek van die commissie zes tot acht weken duren? En dan...?
Joost Tibosch sr - Valkenswaard
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.