Wereldgezinsdagen  
Jacq. van Osch
18/9/06

Reactie op: Abt Ton Baeten, Wereldgezinsdagen

In het gezin wordt de toekomst van de mensheid gesmeed

Naar aanleiding van de wereld gezinsdagen van 1 tot 9 juli, gehouden in Valencia, heeft Abt Ton Baeten een waardevol en leerzaam commentaar gepubliceerd onder het thema; Menselijke seksualiteit > Wereldgezinsdagen. Toch heb ik iets essentieels gemist bij de uitleg of beschrijving van het kerkelijke standpunt over de exclusieve band tussen huwelijk, seksualiteit en voortplanting. Ik heb niets gelezen over de intellectuele inbreng van de vrouw/moeder bij het bespreken van dit standpunt van de Kerk.

Als het gaat om de plaatsbepaling, de innerlijke beleving en de invloed daarvan op de beide partners hetgeen als grondslag dient voor de vorming van een goed en degelijk gezin, daar waar dus de toekomst van de mensheid word gesmeed, is de stem van de vrouw onmisbaar. Als eenvoudig gehuwd man, tweede uit een gezin van elf kinderen en zelf drie kinderen kan ik mij met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat mensen die vrijwillig hebben gekozen voor een celibatair leven zich kunnen inleven wat samen leven als vrouw en man voor een menselijk individu betekent.

Zij hebben een van de meest indringende en levenshouding bepalende ervaring van een menselijk individu niet kunnen en mogen doorleven en het kan daarom toch niet zo zijn dat alleen zij het hoogste woord voeren als het gaat om de belangrijkste bouwstenen van onze maatschappij. Hoever de (mannelijke) denkwereld van de huidige kerkleiders nog verwijderd is van de werkelijke betekenis van een zo innig menselijk verbond bleek duidelijk toen de hulpbisschop van Roermond het voorstel deed om in de nieuw te vormen regering een apart ministerie in te stellen voor gezinszaken.

Deze kerkleiders moeten eerst eens beseffen dat zij nooit in de ogen hebben kunnen kijken van hun bloedeigen kind, nooit daarin de vreugde, liefde en soms ook boosheid waargenomen. Zij hebben nooit hun opvoedkundige (wetenschappelijke) inzichten eenzijdig kunnen toepassen en moeten delen met een levenspartner. Ook de zorgen die gepaard gaan met het steeds zelfstandiger (opstandiger) worden van hun eigen kind hebben zij nimmer ervaren. Compromissen aanvaarden om het contact met het kind niet totaal te verliezen wordt door velen van hen gezien als een zwaktebod.

Welke zorgen er op de ouders afkomen als blijkt dat hun kind lichamelijk en/of geestelijk gehandicapt is, is door hen nauwelijks te bevatten of wordt geplaatst in een context van offers brengen. De afschuwelijke pijn als een van hun kinderen door de kerk niet wordt geaccepteerd vanwege de seksuele geaardheid, wordt door velen van hen onweersproken afgedaan als een ziekelijke afwijking. Hier zou een mea culpa op zijn plaats zijn.

Het voorbij gaan aan of het zich niet kunnen inleven in de gevoelswereld van gehuwde mensen, vrouwen en mannen, die zich op een voortreffelijke en voorbeeldige wijze door deze vaak traumatische gebeurtenissen heen worstelden is een ernstige tekortkoming van het traditionele mensbeeld van vrouw, man en kind die de kerk voorstaat. Deze gevoelens laten zich niet vangen en worden niet weggenomen door allerhande filosofische en theologische beschouwingen.

Niemand zal willen beweren dat de seksuele opvattingen, zoals nog in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw door pastoors en kapelaans aan onze ouders werden voorgehouden, moreel en maatschappelijk nu nog geldig kunnen zijn. Men moet in die periode gewerkt en geleefd hebben om nu te kunnen beoordelen wat de consequenties waren voor de moeders met hun grote gezinnen vooral op het katholieke platteland. Hoe is Humanea Vitae van 25 juli 1968 ontvangen door deze eenvoudige katholieke vrouwen en mannen?

Het voorbijgaan aan dit verleden, het niet kritisch analyseren van de impact die deze encycliek heeft gehad op het beleven van de seksualiteit van de nakomende generaties is wederom een ernstige tekortkoming van de katholieke intelligentsia. Het onbeantwoord laten en het niet kunnen, mogen of durven verspreiden van een weerwoord door onze bisschoppen als een kardinaal vanuit Rome gewetensvolle wetenschappers uit Groningen beschuldigt van nazi praktijken, raakt de moeders en de vaders die dit probleem op hun bord hebben gekregen tot in het diepst van hun ziel.

Dat het niet reflecteren op al deze uitingen van onbegrip en gebrek aan invoelingsvermogen door het episcopaat een belangrijk bestanddeel is van de huidige crisis in de katholieke kerk staat voor mij als een paal boven water. In weerwil van deze crisis is geloofsopvoeding in onze hedendaagse samenleving opnieuw een strijdpunt geworden omdat steeds duidelijker wordt dat religie voor heel veel mensen een waardevol en onmisbaar element is in het zinvol beleven van het eigen bestaan in relatie met de medemens in zijn omgeving.

Daarom wil ik graag refereren aan wat Dr. Marcel Poorthuis schreef in zijn bijdrage Religie door atheïsten, kan dat? Ik citeer: “Een en ander betekent dat als (katholieke) theologen de moderne mens nog willen bereiken zij de posities van insiders telkens weer zullen moeten verlaten. Telkens zullen zij als geduldige waterdragers de beweging van buiten naar binnen en visa versa moeten afleggen alsof ze nog maar beginnelingen zijn in de (katholieke) theologie."

De huidige tweedeling in onze maatschappij tussen wetenschap en praktijk, tussen hoger en lager opgeleide mensen, tussen de katholieke clerus en de kritische gelovigen maakt het bitter noodzakelijk dubbel en dwars te onderstrepen wat Poorthuis signaleert. Meer dan ooit hebben wij waterdragers nodig om de leemten, die onze huidige kerkleiders laten ontstaan door hun onevenwichtige benaderingen van de vrouw-man-relatie, op te vullen met degelijke theologische en filosofische studies die de zoekende vrouwen en mannen houvast bieden om weerwerk te kunnen leveren in hun maatschappelijke omgeving.

Wij zien uit naar geestelijk voedsel dat afkomstig is van christelijk georiënteerde theologen en filosofen die hun denken niet laten stoppen door pauselijke verboden. De angstige en tegelijk rigide pogingen van onze bisschoppen om vrouwen, om wat voor redenen dan ook, te weren van altaar en preekstoel zijn catastrofaal voor het ondersteunen en pastoraal begeleiden van onze gezinnen anno 2006. Dit onjuiste beleid onweersproken laten zal de wens van de paus, die terecht onderschreven wordt door abt Ton Baeten  (‘In het gezin wordt de toekomst van de mensheid gesmeed’) alleen maar verder van huis brengen.

Hier is nog volop missiewerk te doen door onze katholieke intelligentsia.

J.W.J. van Osch te Venray

Oud medewerker van de Limburgse land- en tuinbouwbond


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Menselijke seksualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol