De regie aan het sterfbed verschuift  
Home > Thema's > Tussen begin en einde > Euthanasie > De regie aan het sterfbed verschuift
Drs. Jan Greven
13/4/11

           

De regie aan het sterfbed verschuift

Terwijl de uitbundige augustusmaand zorgt voor bloei en leven, lees ik over de dood. ’Uitweg’ luidt de titel van het boek dat psychiater Boudewijn Chabot schreef samen met Stella Braam. Ondertitel: ’Een waardig levenseinde in eigen hand’.

Het onderwerp houdt me bezig sinds mijn moeder in haar laatste jaren bij nagenoeg ieder bezoek vroeg om ’die pil van Drion’. Het begon zo omstreeks haar eenennegentigste. Ze wou niet meer. Het bleef  bij vragen van haar en ontwijkende antwoorden van mij en zo kwakkelden we door tot ze op haar vijfennegentigste door een val haar bekken brak. Binnen een week was ze dood.

Ik had er vrede mee. Maar haar vragen lieten me niet meer los. Nu gaat ’Uitweg’ voornamelijk over de  technische kant van ’zelfeuthanasie’. Tot in de kleinste details beschrijft het wat je kunt verwachten bij versterving door niet meer eten en drinken. Hoe je via buitenlandse apotheken stukje bij beetje genoeg giftigheid bij elkaar kunt sprokkelen voor een dodelijke cocktail. Met tussendoor verhalen over wie voorgingen op het pad van het zelfgekozen levenseinde en interviews met professionals inzake de dood op verzoek.

Maar ’Uitweg’ is ook een pleidooi om artikel 294, verbod op hulp bij zelfdoding, te schrappen uit het Wetboek van Strafrecht en hulp en bijstand via een specialist ’eindelevenzorg’ (geen arts) wettelijk te regelen voor ouderen die niet meer willen leven.

Chabot signaleert een verschuiving in de regie aan het sterfbed. Eerst lag die exclusief bij de arts. Nu is die verschoven naar de persoon die gaat sterven. Vandaar al die problemen rond artikel 294. In de privésfeer rond het sterfbed mogen andermans opvattingen geen rol spelen, vindt Chabot terecht. Ik zou zeggen dat de huidige euthanasiewetgeving de zorgen daarover in principe heeft weggenomen. Al kunnen artsen soms lelijk dwarsliggen. Maar Chabots eigenlijke punt zijn ook niet de sterfbedden.

Het gaat om de vrijheid vanaf ons zeventigste zelf te bepalen hoe en wanneer we gaan. Die vrijheid, zegt de door Chabot geïnterviewde jurist Sutorius, komt ons toe. Dat we daar zo moeilijk over doen is vanwege het taboe op en de angst voor de dood.

Toch is ook dat het punt niet. Zelfdoding is in ons land, zeventig of nog geen zeventig, niet strafbaar. Het punt is of de overheid een speciale levenseindeservice voor zeventigplussers moet mogelijk maken.

Ik ben daar niet voor en dat heeft niet te maken met angst voor de dood, maar met zorg voor het leven. Ik vraag me ook af of het met de huidige wetgeving over euthanasie nodig is. Helaas moet ik toegeven dat door de oprukkende protocollering die de hele medische professie steeds meer bedreigt de wijsheid rond euthanasie meer en meer verdrongen wordt door de vraag of de juiste regels wel zijn toegepast. Zo moet exact dát slaapmiddel in díe hoeveelheid gebruikt worden, anders krijg je daar vragen over. Alleen een bureaucraat verzint zoiets voor iemand die toch gaat sterven. Een ontprotocollering van de euthanasiepraktijk met meer ruimte voor het, altijd achteraf toetsbare, oordeel van de arts, zou een hoop van de problemen rond het sterven van mensen met niet meer te genezen ziektes – waartoe ik ook Alzheimer reken – kunnen wegnemen.

Verder zie ik, zeker gelet op de toenemende vitaliteit van ouderen, geen reden om zeventigplussers met een doodswens anders te behandelen dan jongeren die niet verder willen. Ouderen willen, terecht, gelijkwaardig behandeld worden. Welnu, doe dat dan ook hier.

Daar komt nog iets bij, wat ik in alle discussies over zelfgekozen levenseindes mis. Op het ogenblik is tweeëntwintig procent van onze bevolking boven de vijfenzestig. In 2040 zal drieënveertig procent, zeg maar een derde boven de zeventig zijn. Wat is dat voor een cultuur en maatschappij waar een derde van de bevolking op elk moment dat zij dat wenst met steun van de overheid uit het leven kan stappen? Cynisch kun je zeggen dat het probleem van die scheefgroei in bevolkingsopbouw meteen opgelost zou zijn. Ik zou zeggen dat alle leven, alle werkkracht, alle ervaring in die jaren hard nodig zal zijn en dat alle zeilen bijgezet moeten worden om de vitaliteit en de geestkracht in dit land op peil te houden.

Misschien had mijn moeder dat wel willen horen: ‘Leven zul je, mens, we hebben je nodig!’

Jan Greven

Besprak voor Trouw van 24 augustus 2010 het boek van Boudewijn Chabot, met Stella Braam: Uitweg. Een waardig levenseinde in eigen hand. Nijgh & Van Ditmar. ISBN 9789038893143, 283 blz. €22,50.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Euthanasie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol