Moet ik in de kerk blijven of moet ik gaan?  
Home > Thema's > Andere onderwerpen "Kerk zijn" > Moet ik in de kerk blijven of moet ik gaan?
Vertalingen: Nederlands English 

Moet ik in de kerk blijven of moet ik gaan?

Het misbruikschandaal

Nieuwe onthullingen van seksueel misbruik door priesters in Duitsland en Italië hebben een golf van boosheid en afkeer teweeg gebracht. Ik ontving e-mails van mensen uit heel Europa die zich afvroegen hoe zij onder deze omstandigheden in de kerk konden blijven? Ik kreeg zelfs een formulier toegezonden waarmee ik mijn lidmaatschap van de kerk kon opzeggen. Waarom blijven?

Maar allereerst, waarom gaan? Sommige mensen menen dat zij niet langer verbonden kunnen zijn met een instituut dat zo funest en gevaarlijk is voor kinderen. Het lijden van zoveel kinderen is inderdaad afschuwwekkend. Naar hen moet onze zorg in eerste instantie uitgaan. Niets dat ik zal schrijven is bedoeld om ook maar enigszins onze afschuw van het kwaad van seksueel misbruik te verminderen. De statistieken voor de Verenigde Staten echter, van het John Jay College of Criminal Justice uit 2004, wijzen er op dat de katholieke geestelijken niet méér in de fout gaan dan de gehuwde geestelijken van andere kerken. Sommige onderzoeken duiden zelfs op een lager niveau van schendingen door katholieke priesters. Het ziet er naar uit dat het misbruik bij hen minder is dan bij lekenonderwijzers en misschien wel half zoveel als het misbruikgemiddelde over de hele bevolking. Het celibaat leidt er niet toe dat mensen gedrongen worden tot misbruik van kinderen. Het is eenvoudigweg niet waar dat het verlaten van de kerk en het kiezen voor een andere denominatie het leven van kinderen veiliger zou maken. Wij moeten het vreselijke feit onder ogen zien dat misbruik van kinderen wijd verspreid is in alle delen van de samenleving. De kerk tot zondebok verklaren zou het probleem verdoezelen. Maar wat te denken van de doofpotpraktijken in de kerk? Hebben onze bisschoppen niet weerzinwekkend onverantwoordelijk gehandeld door misbruikers steeds te verplaatsen en hen niet aan te geven bij de politie en aldus het misbruik maar door te laten gaan? Ja, dat gebeurde. Het overgrote deel van de gevallen speelde in de zestiger en zeventiger jaren, toen de bisschoppen het misbruik dikwijls meer beschouwden als een zonde dan als een ziekelijke afwijking, terwijl tevens advocaten en psychologen hen vaak berichtten en verklaarden dat het veilig was priesters na een behandeling over te plaatsen. Het is onjuist om het huidige besef van de aard en de ernst van seksueel misbruik dat toen niet bestond, terug te projecteren. Het was de opkomst van het feminisme in de late zeventiger jaren dat licht wierp op de schending van vrouwen door sommige mannen en dat ons alarmeerde over de vreselijke schade toegedaan aan kwetsbare kinderen.

Maar hoe dan met het Vaticaan? Paus Benedictus heeft zich als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer sterk gemaakt dit onderwerp aan te pakken en dat voortgezet  toen hij paus werd. Nu wordt hij met de vinger nagewezen. Het blijkt dat sommige gevallen die aan zijn Congregatie werden gemeld niet zijn aangepakt. Is de geloofwaardigheid van de paus niet ondergraven? Er waren demonstranten op het St. Pietersplein die riepen om zijn aftreden. Ik ben er heilig van overtuigd dat hem hier geen blaam treft.

Het algemene beeld is dat het Vaticaan een uitgebreide en efficiënte organisatie is. In werkelijkheid is het een kleine organisatie. De Congregatie telt slechts 45 werknemers, die zich bezig houden met leerstellige en strafrechtelijke zaken voor een kerk die 1,3 miljard leden telt, 17% van de wereldbevolking en ongeveer 400.000 priesters. Toen ik als Overste van de Dominicaner Orde met de Congregatie te maken had was het duidelijk dat zij het werk moeilijk aan konden. Documenten slipten tussen de mazen door. Kardinaal Joseph Ratzinger beklaagde zich bij mij dat zijn staf simpelweg te klein was voor het werk.

De mensen zijn kwaad dat het Vaticaan weigert zijn archieven te openen en een duidelijke verklaring te geven over wat gebeurde. Waarom is het zo geheimzinnig? Boze en gekwetste katholieken menen recht te hebben op een transparant bestuur. Daar ben ik het mee eens. Maar billijkheidshalve moeten wij begrijpen waarom het Vaticaan zich zo behoedzaam over de eigen zaak opstelt. In de twintigste eeuw waren er meer martelaren dan in alle voorgaande eeuwen tezamen. Bisschoppen, priesters, religieuzen en leken werden vermoord in West-Europa, in de Sovjet landen, in Afrika, Latijns-Amerika en Azië.

Veel katholieken worden in de gevangenis gegooid en vinden de dood vanwege hun geloof. Allicht dat het Vaticaan geneigd is vast te houden aan geheimhouding; dit was nodig om de kerk te beschermen tegen mensen die haar willen vernietigen. Het is aldus begrijpelijk dat het Vaticaan agressief reageert op verzoeken om transparantie en dat het aldus terechte verzoeken om openheid zal opvatten als een vorm van vervolging. Zonder twijfel zijn sommigen in de media er op uit de geloofwaardigheid van de kerk te schaden.

Maar wij zijn de pers dankbaarheid verschuldigd om hun aandringen dat de kerk haar fouten onder ogen ziet. Het is aan de media te danken dat dit beschamende misbruik niet langer ongenoemd is gebleven. Geheimhouding is ook een gevolg van het vasthouden van de kerk aan de regel en het recht van eenieder die beschuldigd wordt dat diens goede naam beschermd wordt totdat schuld bewezen is. Dit is in onze maatschappij erg moeilijk te begrijpen als onze media de reputatie van mensen zonder na te denken te grabbel gooien.

Waarom zou je uit de kerk stappen? Als het er om gaat een veiliger haven te vinden, een minder ontaarde kerk, zult u, denk ik, teleurgesteld worden. Ook ik zie uit naar meer open bestuur, een meer open debat, maar de geheimhouding van de kerk is begrijpelijk en soms noodzakelijk. Niet dat begrip alles goedmaakt, maar het is noodzakelijk als wij rechtvaardig willen handelen.

Waarom zou je blijven? Ik moet mijn kaarten op tafel leggen; zelfs als de kerk overduidelijk slechter zou zijn dan andere kerken, dan nog zou ik niet gaan. Ik ben niet katholiek omdat onze kerk de beste is, of zelfs omdat ik van het katholicisme houd. In veel opzichten houd ik van mijn kerk maar er zijn aspecten waar ik niet van houd. Ik ben niet katholiek vanuit het besef van een consument, die als het ware een kerkelijke Waitrose liever heeft dan een Tesco (twee bekende winkelketens in het Verenigd Koninkrijk/red.), maar omdat ik geloof dat de kerk staat voor iets dat essentieel is voor het christelijk getuigen van de Verrijzenis, een zichtbare eenheid.

Toen Jezus stierf, viel zijn gemeenschap uit elkaar. Hij was verraden, ontkend en de meesten van zijn volgelingen waren gevlucht. Het waren voornamelijk de vrouwen die hem tot het einde vergezelden. Op Pasen verscheen hij aan zijn apostelen. Dit was meer dan de fysieke opwekking van een dood lichaam. In hem triomfeerde God over alles dat een gemeenschap verwoest: zonde, lafheid, leugens, misverstand, lijden en dood. De Verrijzenis werd zichtbaar gemaakt aan de wereld door het verbazingwekkende verschijnsel van een herboren gemeenschap. Deze lafaards en ontkenners waren weer samen bijeen. Zij waren niet een achtenswaardige groepering en niet vol schaamte over wat zij hadden gedaan, maar opnieuw waren zij weer één. De eenheid van de kerk is een teken dat alle krachten die verdelen en verspreiden in Christus verslagen zijn.

Alle christenen zijn één in het Lichaam van Christus. Ik heb het diepste respect en genegenheid voor christenen van andere kerken die mij voeden en inspireren. Maar deze eenheid in Christus heeft een zichtbare belichaming nodig. Christendom is niet een vage spiritualiteit, maar een godsdienst van menswording waarin de diepste waarheden een fysieke en soms institutionele vorm aannemen. Historisch heeft deze eenheid zijn belichaming gevonden in Petrus, die bij Matteüs, Marcus en Lucas de Rots wordt genoemd en de herder van het volk in het evangelie van Johannes. Van het begin af aan en door de hele historie heen is Petrus vaak een wankele rots geweest, een bron van schandalen, en juist hij, en zijn opvolgers, zijn degenen wier taak het is ons samen te houden zodat wij getuigenis kunnen afleggen dat Christus op Pasen de verscheurende kracht van de zonde versloeg. Aldus ben ik hecht verbonden met de kerk, wat er ook aan de hand is. Wij zijn er mogelijk wat ongemakkelijk onder om toe te geven dat wij katholiek zijn, maar Jezus is vanaf het begin gewend aan beschamend gezelschap.

Timothy Radcliffe

Timothy Radcliffe was generaal-overste van de dominicanen van 1992 tot 2001. Bovenstaande tekst verscheen in oorspronkelijke taal in The Tablet van 10 april 2010.

Vertaling uit het Engels door Bert Roebert.



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Andere onderwerpen "Kerk zijn"" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol