Zonder vrijwilligheid geen kerk  
Home > Thema's > Kerk zijn > Spiritualiteit > Zonder vrijwilligheid geen kerk
Mark Van de Voorde
15/12/11

Zonder vrijwilligheid geen kerk

Een reflectie bij het begin van het nieuwe ’werkjaar’ voor de civil society: wat zouden wij doen zonder de vrijwilligers? Wij, dat zijn de verenigingen, de clubs, de sociëteiten, de parochies, de vele verbanden waarvan we leven, de vele verbonden waarin we leven. De vrijwilligers, dat zijn die vele mensen die gratis belangeloos voor niets een deel van hun tijd te steken in wat we zonder meer de samenleving mogen noemen. Zij zorgen ervoor dat we echt ’samen-leven’. Vrijwilligers zijn het cement van de maatschappij. Zij zijn het voegwerk tussen de vele bouwstenen van de gemeenschap. Ze houden het geheel bij elkaar. Bij het begin van het nieuwe ’werkjaar’ van al die verbanden - van sportclub tot kerk - is het goed om te beseffen dat een geprofessionaliseerde samenleving nooit de vitaliteit en de creativiteit zou hebben die het vrijwilligerswerk haar geeft. Allereerst de kerk moet zich daar bewust van zijn. Zeker in deze kanteltijd van het geloof. Zonder de duizenden vrijwilligers was de kerk er nog beroerder aan toe. Zonder de vurigheid van de vrijwilliger was het vuur van de kerk allang uitgedoofd. De ’gelovige’ is trouwens in wezen een vrijwilliger: hij of zij kiest gratis belangeloos voor niets voor het geloof. Clerici en klerikale leken moeten beseffen dat zij zelfkazend het grote project van de kerk nooit kunnen realiseren. Want het geloof is een vrijwillige keuze. Kerk én samenleving moeten de vrijwilligers koesteren. Vrijwilligers zorgen immers voor iets fundamenteels: nabijheid. Vrijwilligers realiseren ook iets fundamenteels: solidariteit. Zij tonen en bewijzen dat mensen vrijheid, geluk en welzijn het best bereiken in samenwerking met anderen. Wat mensen voor elkaar doen, is altijd beter gedaan, omdat het nabij is én samen. Door samen solidariteit te realiseren houden we onze individuele vragen bovendien binnen het algemeen belang en houden we aldus de samenleving bij elkaar.

Vrijwilligers zorgen niet alleen voor iets fundamenteels, nabijheid, vrijwilligers realiseren niet alleen iets fundamenteels, solidariteit, vrijwilligers dragen ook iets fundamenteels uit, namelijk zingeving. Zonder de zorgzaamheid jegens elkaar had de mensheid de natuur nooit overleefd. Zonder zorgzaamheid voor elkaar, wordt het geloof niet in de praktijk gebracht. Zorgen voor elkaar is meer dan een instinct, zorgen geeft zin aan het leven. Vrijwilligers brengen reuring in de maatschappij. Ze krijgen de samenleving in beweging. Dat doen ze uit bewogenheid. Wat hen beweegt en in beweging zet, is naastenliefde of goedheid. Naastenliefde zet een stap verder dan rechtvaardigheid, goedheid ontsnapt aan de discussie over wat moet en niet mag. De vrijwilliger zou je het prototype van de goede mens kunnen noemen. De goede mens doet meer dan wat moreel verplicht of wenselijk is. De goede mens stapt naar zijn naaste en wordt daardoor bron van vertrouwen. Een van de belangrijkste indicatoren voor het maatschappelijke geluk is de graad van vertrouwen in anderen, in instellingen en in de toekomst. Vrijwilligers tonen: vertrouwen kan. Immers, zij verijdelen dat mensen zich uit de samenleving (en de toekomst) terugtrekken of zich verweesd voelen in de geatomiseerde samenleving van vandaag.

De ontvoogde en zelfredzame mens zoekt tegenover zijn opgeëiste autonomie naar de pendant van een zorgzame solidariteit. Van de weeromstuit verlangt de zorgzame en solidaire vrijwilliger tegenover zijn toegewijde engagement naar de pendant van autonomie en respect. Bovenal de kerk moet daar rekening mee houden. Ten eerste omdat geloven een vrije keuze is. Ten tweede omdat de vrijwilliger geen dienstbetrekking heeft met de kerk. In deze tijd van recht op individualiteit moeten we niet alleen een nieuwe solidariteit ontwikkelen die geen afbreuk doet aan de zelfstandigheid van de mens, maar ook een nieuwe kerkelijke dialoogcultuur ontwikkelen die de mondigheid van de medewerker erkent. De dialoog maakt het anders zijn van de andere tot een ontmoetingsplaats. Dat is samen-leven: actief respect, respect niet door afstand maar door nabijheid.

Bovendien, professionals zullen nooit de vrijwilligers overbodig maken. Professionals, clerici en klerikale leken, moeten beseffen dat hun neiend misbaar of hun horkerig gedrag de vrijwilligers wegsturen. Daarmee sturen ze een belangrijke zingever weg uit onze samenleving: dat we het voor elkaar opnemen, gratis belangeloos voor niets, omdat we mensen zijn. Voor niets? Vrijwilligers zullen zeggen: “Och, als je voor de mensen wat doet, krijg je van hen meer terug”. Een Perzisch spreekwoord zegt: “Weldaden keren terug naar het huis dat ze uitzond”.

Mark Van de Voorde

Mark Van de Voorde is publicist en gewezen raadgever van de Belgische politici Herman Van Rompuy, Yves Leterme en van Steven Vanackere. Hij schrijft op persoonlijke titel. Bovenstaande column is overgenomen van Rorate van 3 september 2011.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Spiritualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol