Over de vloer van het huis van God  
Home > Thema's > Kerk zijn > Liturgie > Over de vloer van het huis van God
Abt Gerard Mathijsen
25/10/09

Over de vloer van het huis van God

Als benedictijner monnik ervaar ik mij in deze ruimte enigszins als vreemdeling in het paradijs. Hier, waar zoveel hooggeschoolde vrouwen en mannen Gods woord hebben present gesteld, zou ik echt graag zwijgen. Ik voel mij ook meer thuis op het grondvlak dan op een hoog verheven kansel. Stilzwijgen, zegt mijn medebroeder Christopher Jamison, geeft je grond onder de voeten. In zijn boeken is zwijgen het fundament van de heilige ruimte die hij schetst en waar hij zijn lezers aan de hand van de richtlijnen van Benedictus wil binnenvoeren. Maar laat ik dan hier van die stilte, die vorm van zwijgen, de lof mogen zingen. Van het zwijgen waarop je bouwen kunt, dat de vloer is van het huis van God. Dat zwijgen kan best een goed woordje gebruiken, want het staat niet hoog aangeschreven in ons assertieve wereldje, waarin iedereen graag zijn mondje roert. Maar ik heb het wel niet over om het even welk soort zwijgen. Het gaat mij niet om doodse stilte, niet om stommetje spelen, maar om diepere aandacht voor de werkelijkheid, om concentratie, een open oog en oor, en daarom even een hand voor de mond.
Zwijgen is geen waarde op zich, stilte kan pijnlijk en onvruchtbaar zijn.
Wie zich eenzaam voelt en op zich zelf teruggeworpen ervaart stilte als beklemmend. Mensen die elkaar niets weten te zeggen, zijn verlegen met elkaars aanwezigheid. Hoe zo´n stilte te doorbreken?  Dan is een goed woord bevrijdend, breekt het de spanning en geeft opluchting.
Maar we kennen ook allemaal positieve vormen van stilte. Die spanning opvoert: de Nobelprijs voor de vrede is toegekend aan …
En denk aan de laatste seconden voor het begin van een uitvoering. Eerst is er het rumoer van het publiek dat z´n plaats zoekt, de begroetingen, het stemmen van de instrumenten, dan arriveren dirigent en solisten onder applaus, en vervolgens: een intense stilte, gespannen, verwachtingsvol. Die stilte is de grond waarop het muziekstuk kan landen.
Ook in een goed gesprek mag het stil zijn. En waar mensen elkaar echt gevonden hebben, samen op één lijn zitten, daar hoeft helemaal niet gesproken te worden. Communicatie kan woordeloos zijn, en juist zo heel intens.
Benedictus wil die kwaliteit van nabijheid cultiveren in zijn monnikengemeenschap. Niet de stilte van een isoleercel, maar van een studio, een luisterende stilte.
Zijn eerste woord waarmee de Regel voor monniken opent is ook niet: zwijg! maar: luister, met de oren van je hart. Het is geen bevel en geen verbod maar een uitnodiging, een belofte. Sluit je niet af, maar stel je hart en je geest open.
Ja, maar met dat al trekken jullie monniken je toch maar gerieflijk terug in je abdij. Lekker: geen zorgen voor het dagelijks brood, voor alle druk in gezin en werk. Paradijselijke rust.” Ik kan u verzekeren, lieve mensen, schijn bedriegt! Monastiek leven is zwoegen en tobben! Het zou ook niet goed zijn als het anders zou zijn. Misschien hoopte ik er toch een beetje op toen ik 50 jaar geleden voor het monnikenleven koos, maar dan heb ik op dit punt toch iets mogen leren. Hoe zal ik het uitleggen?
Om  mij voor te bereiden op deze viering bij u zocht ik de website van de Dominicusgemeenschap op, en zag de tekst die Colet van der Ven hier verleden zondag heeft uitgesproken. En in haar openingscitaat vond eigenlijk alles staan wat ik u zeggen wil.
             “Eens kwam de rebbe van Krakau de kamer binnen waar zijn zoon in diep gebed verzonken was. In de
              hoek stond een wieg met een huilend kind. De rebbe vroeg zijn zoon: `Hoor je niet dat het kind ligt te
              huilen?` De zoon zei: `Vader, ik was in God verzonken.` Toen zei de rebbe:´Wie in God verzonken
              is,
  hoort het als er een blad van de boom valt en ziet zelfs de vlieg die op de muur kruipt.´”
We worden gebombardeerd met een stortvloed van kunstmatige geluiden, van onechte informatie, van lawaai en gepraat dat op een dwaalspoor zet. Daartegen moet een mens zich beschermen. Niet meedoen aan wat stijlloos is en belachelijk. Proberen af te stemmen op,  oor te hebben voor wat echt van belang is, voor wat er werkelijk toe doet, voor wat van waarde is in het eigen leven, bij de mensen om ons heen, voor de aanwezigheid van de Eeuwige in ons hachelijke en momentane bestaan.
Benedictus die ons langs de weg van het evangelie wil leren om waarachtig God te zoeken hoopt ons die instelling bij te brengen: hij wil leren luisteren.
Tegen die achtergrond verstaan wij Jezus die ons leert bidden:
            “Als je gaat bidden, trek je dan terug in je binnenvertrek, sluit de deur en bid tot je Vader die in het
             verborgene is. En je Vader die in het verborgene ziet zal het vergelden
.”
En Jezus leert niet alleen waar je moet bidden: in je binnenvertrek, Hij geeft ook de woorden in: Onze Vader. Je bidt niet in het enkelvoud, je bidt voor en namens alle mensen.
En wat zou dat binnenvertrek zijn, waar ik het stil moet zien te maken? Monniken denken daarbij niet allereerst aan de fysieke ruimte, hoe belangrijk, want behulpzaam ook, maar aan de innerlijke ruimte van het hart. Want daar roeren zich al mijn verlangens en angsten. Nog maar enkele dagen geleden kwam iemand in de abdij die eens wilde praten. Zelf niet katholiek, maar in onze kerk vindt hij rust in zijn hoofd. Gelukkig getrouwd, trotse vader, fijn werk, geen reden tot tobben: maar ik kan het niet stil krijgen tussen de oren, daar ontstaan de vreemdste gedachten, angsten, onrust. Het kan een obsessie zijn, maar angsten en zorgen beheersen ons leven meer dan wij willen toegeven. Het is goed om ernaar te luisteren, maar, als je er kennis van genomen hebt is het ook goed om ze het zwijgen op te leggen. Laat het stil worden in je zelf. Gun je rust. En als een ander komt met een verhaal, luister dan. Zo dikwijls praten mensen zonder dat wordt geluisterd, de ander wacht tot hij/zij aan het woord kan komen om iets te vertellen wat niet aankomt, wat niet landt, wat geen bodem vindt. En het moeilijkste is misschien nog te geloven dat in en achter dat alles een grote Aanwezige schuilgaat, die we de Eeuwige noemen, of God, of in navolging van Jezus de Vader. Die spreekt in de stilte en antwoordt in een nog diepere stilte.

Br. Gerard Mathijsen osb

Gerard Mathijsen is abt van de Adelbertabdij in Egmond Binnen. Bovenstaande preek hield hij op 11 oktober 2009 in de Dominicusgemeente te Amsterdam.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Liturgie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol