De maagdelijke geboorte van Christus  
Home > Thema's > Kerk zijn > Bijbel > De maagdelijke geboorte van Christus
Pater Jan van Kilsdonk
23/12/08

                            

De maagdelijke geboorte van Christus

Steeds meer blijkt een nieuwe toetsing van de christologie het dringendste punt te worden in de pastoraal van de kerken: hoe of wat kan ik denken over die joodse Jezus die de kerk Christus noemt?

Het oudtestamentische schilderij van de onmacht om geroepenen en beloofden te verwekken vertoont zulke homogene trekken, dat de vraag opkomt of al deze heldenverhalen ons in aanraking brengen met een biologische bijzonderheid ofwel met een uiterst diepzinnige literaire constante, een vast patroon van godsdienstige vertel- en vertaalkunst. De tweede veronderstelling lijkt voor de hand liggend.

Voor de oosterling, aan wie wij de symbooltaal van het geloof goeddeels ontlenen, is de man de drager van de soevereiniteit, de drager van de cultuur, de uitsluitende drager ook van de voortplanting. Alléén de man verwekt, zij het in de schoot van de vrouw. Tegen deze achtergrond valt het te verstaan dat in de man niet alleen ons onvermogen, maar ook onze onwaardigheid wordt gebrandmerkt om het kind van de Belofte te wekken. In het Emmanuelboek (Jesaja 7) kan Achaz, de cynische koning van Juda die op de manier van de heidenen zijn zoon heeft geofferd, de belofte aan het huis van David niet meer doorgeven. Door Achaz’ impotentie ‘vanwege de Geest’ kan er niet meer uit hem een clan van David als clan van David gewekt worden. De Belofte is in hem afgebroken. De clan van David die hem opvolgt, hoezeer biologisch ook uit Achaz’ zaad, kan toch alleen door God tot echte clan van David worden geadopteerd. ‘Zie, de jonge vrouw (een ongenoemde) zal ontvangen en een zoon baren, en (niet gij, de man, maar) zij zal hem de naam geven Emmanuel, dat is God met ons’. Het woord ‘jonge vrouw’ in de Hebreeuwse bijbel werd rond de derde eeuw vóór Christus door Griekse rabbijnen vertaald door hè parthenos, de maagd.

Het evangelie predikt ons de Jood Jezus van Nazareth als de Geroepene, de Belofte bij uitstek. Als Woord van God komt hij van ‘also hoghe, van also veer’. Is het nu te verwonderen dat de diepzinnige dichters van Matteüs 1 en Lucas 1, die over Jezus peinsden en zongen, zijn door alles heen grijpende roeping gingen vertalen in het beeld van de maagdelijke ontvangenis? Dat een mens, juist in zijn zending, geschenk is en ontvangenis van Godswege, hadden de oudtestamentische epici telkens verteld of vertaald in het beeld van de gezegende staat en de verwachting waaraan een onvruchtbare deel kreeg. Nu het motief van de onvruchtbaarheid een weinig verspringt naar het motief van de maagdelijkheid, betekent dit dat het accent niet meer op de schamelheid en de determinismen, maar op de vrijheid in die schamelheid komt te liggen. Het betekent ook dat wij als dragers van de soevereiniteit en de cultuur de afdaling van het Woord van God niet in de hand kunnen nemen. Waarschijnlijk gestuwd door velerlei voorchristelijke heldenliteratuur, maar met joodse kuisheid en soberheid toch zeer behoedzaam, greep de jonge christenheid enkele keren naar de taal van de maagdelijke ontvangenis om te zeggen: Als Woord van God hebben we Jezus aan niemand tenzij aan de Geest van JHWH te danken! Want bij God is geen Woord onmogelijk.

Dat Jezus niet alleen discontinu – zonder de wil van de man, d.w.z. zonder geschiedenis – maar in continuïteit stamt uit het huis van David, en dat die roeping van God in het vlees van deze clan van David is geïncarneerd via Batseba, ja in het vlees van de incestueuze Juda via Tamar, betekent een geheel andere zijde van de religieuze kijk op de voorkomst van Jezus van Nazareth. Ook bij dat gezichtspunt staat niet de biologisch-realistische vraag op de voorgrond, maar opnieuw de heilshistorische.

Terwijl in de later aanvaarde Schrifttekst de stamlijst van Jezus eindigt met Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, wordt dit tweede gezichtspunt nog uitgedrukt in de oudste lezingen van de stamlijst: Jozef verwekte Jezus. En gold niet hetzelfde gezichtspunt in de stamlijst volgens Lucas (3, 23), voordat het woord over de vermeendheid van Jozefs vaderschap de boodschap van Gods aloorzakelijkheid in Jezus’ leven zo eenzijdig ging uitdrukken, dat er minder van menswording, dus minder van evangelie, sprake ging worden?

Jan van Kilsdonk S.J.

Bovenstaand fragment is genomen uit een preek in 1966 van de toenmalige studentenpastor en gepubliceerd in het Kerkenblad van de studentenecclesia te Amsterdam en daarna ook in De Heraut. In hetzelfde jaar heeft Jan van Kilsdonk over dit onderwerp ook een toespraak gehouden voor de Adelbertvereniging.

Reacties

Ik ben kortgelegen 87 geworden. Klaar om te vertrekken. Ik heb afscheid genomen van de kerk zoals ze in onze tijd verschijnt. Ik denk dat deze kerk overbodig is. Volmaakt overbodig, ondanks de sacramenten die ze nog spaarzaam toedient omdat ze denkt dat die noodzakelijk zijn voor het eeuwig leven, waaraan bijna niemand meer gelooft. Ik vind de kerk een boeiend en uiterst interessant historisch fenomeen. Ik denk dat de gelovigen de inhoud van hun geloof tot weten hebben gemaakt. Dat is trouwens door heel de historie heen gebeurd, zodat het geloof verdampte. Wat er over blijft zijn goede mensen die - met wat vallen en opstaan - voor elkaar bestaan en het dagelijks leven doorgaans laten leiden door beginselen die uit het evangelie stammen. Natuurlijk blijft ellende en terreur in de buurt. Dat is altijd zo geweest. Ook buiten en binnen de kerken, de religies. Maar de grote meerderheid van de mensen leven wereldwijd in vrede en goedheid. Ik zie dat rondom mij heen.
Harrie Smeets - Arnhem


Ik zou graag zien dat de visie van Van Kilsdonk e.a. meer bij het bredere kerkpubliek doorkwam. Het woord 'maagd' brengt krantenlezers niet verder dan wat hij de biologische kant van de geboorte noemt. Menigeen, zeker buiten alle religie, kan alleen maar denken in wonderen als afwijking van natuurwetten. Men kan minstens de kern aangeven: wat uit de Geest (met sacrale hoofdletter) is, is niet te danken aan de wil en het zaad van een man. Ik zou er wel bijzeggen, dat man en vrouw, vooral als vader en moeder bijdragen aan de geestelijke ontwikkeling van het kind. De taal leren, handvaardigheden als houtbewerking ... zijn elementen van het opvoeden.
jac van dam - nijmegen


Ik vind het onderstaande citaat zo moeilijk verwoord dat ik er graag wat meer uitlege bij zou hebben. Datzelfde ook wat betreft de 'oudste lezingen van de stamlijst' - waar zijn die te vinden? Terwijl in de later aanvaarde Schrifttekst de stamlijst van Jezus eindigt met Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, wordt dit tweede gezichtspunt nog uitgedrukt in de oudste lezingen van de stamlijst: Jozef verwekte Jezus. En gold niet hetzelfde gezichtspunt in de stamlijst volgens Lucas (3, 23), voordat het woord over de vermeendheid van Jozefs vaderschap de boodschap van Gods aloorzakelijkheid in Jezus’ leven zo eenzijdig ging uitdrukken, dat er minder van menswording, dus minder van evangelie, sprake ging worden?
a.koole - zeist


In gelijke geest als onze goede Jan mocht ik in 1967 bij de KRO verslag doen van een bezoek aan Corbusier's kapel Noter Dame du Haut. Die openbaarde zich aan mij als 'Het beeld van de maagd'. Rondingen buiten, binnen een warmveilige schoot. Met dikwandige bronnen hemellicht. Maagdelijkheid niet als gesloten, maar juist als heel ontvankelijk. Vruchtbaar niet door presterende mannetjesputterij, maar vanuit onstuitbaar verwachten. "Jozef liet van schrik de planken uit de handen vallen", schrijft Eijkman in Woord voor Woord. "Hoe moet dat nou?". Mirjam:"Het kind komt van de Levende, (zelfs al was er wie weet een verkrachtende Romein in het spel) een kind dat bevrijdt: Jesjoea". Zó nieuw leven verwachten, doorgaande geboorte van kindje mensheid, saamhorige mensheid op een heel geworden wereldbol, dat is wat maagdelijk verwachten te weeg brengt. Ik kijk naar de foto van Jan van Kilsdonk, zittend op de stoep, omhoog kijkend, blij verwachtend, naar mij, naar jou lezer/es, beeld van de maagd!
Fred Keesen - Beesel



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Bijbel" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol